Thursday, November 28, 2013

Zijn we nog niet gek dan worden we het wel

Het volgende bericht stond donderdag op de nieuwssite van de NOS:

In Nederland is in 2011 19,6 miljard euro uitgegeven aan de behandeling van psychische stoornissen. Dat is 22 procent van de totale uitgaven aan zorg en welzijn, zegt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Dat percentage is hoog vergeleken met andere landen. Dat komt door onze hoge uitgaven voor verstandelijk gehandicapten en dementerenden, zegt Lany Slobbe van het RIVM. "Daar bieden wij heel veel institutionele zorg aan en in veel andere landen is dat vaak niet het geval."

Mannen maken minder zorgkosten dan vrouwen. Vrouwen worden ouder dan mannen en dus ook veelvuldiger gek. Maar dat was niet het eerste wat me opviel. Het ging me om het gebruik van het woord "psychische stoornis". Ik heb nooit geweten dat dementie en verstandelijk gehandicapt zijn een "psychische stoornis" zou kunnen zijn. Volgens het onvolprezen Wikipedia is dat het ook niet. Psychische stoornissen zijn afwijkingen in stemming en gedrag. Voorbeelden zijn o.a. angststoornissen, ontwikkelingsstoornis, stemmingsstoornis, verslaving. Daar geven we niets aan uit, want de kosten voor behandeling worden niet meer vergoed. En als het niet betaald wordt, bestaat het kennelijk niet meer. Moeten we voor het woord, dat blijft bestaan, kennelijk iets anders verzinnen.

Ik krijg argwaan bij dit bericht. De NOS heeft het overgenomen van het RIVM. Daar staat boven het artikel de leutige titel: Zorg voor de geest kost ons het meest. In dit land is niets voor niets. Daar gaan we natuurlijk iets aan doen, hoor ik de mannetjesputters in Den Haag al zeggen. Lekker iedereen de stuipen op het lijf jagen en vooral niet nadenken!

Sunday, November 24, 2013

Sunday, November 17, 2013

Kokoschka in Boijmans

In Boijmans van Beuningen hangen tot 19 januari 2014 portretten van mensen en beesten van de Oostenrijkse schilder Oscar Kokoschka. De tentoonstelling is zeer de moeite waard om te bezoeken. Deze grote overzichtstentoonstelling toont zijn confronterende portretten, meer dan een halve eeuw nadat Kokoschka’s werk voor het laatst te zien was in Nederland. Toch staan hier geen dikke rijen als voor het stedelijk, waar werk van de Rus Malevitsj is te zien. Ik had nog nooit zoveel werk van Kokoschka bij elkaar gezien en keek mijn ogen uit. Vooral de portretten en zelfportretten zijn genadeloos. Het gezicht en de handen karakteriseren de afgebeelde persoon. Vaak schilderde hij in opdracht, maar dat weerhield hem er niet van te schilderen wat hij zag. En dat is niet altijd de mens op zijn fraaist. Zie het dubbelportret van Oscar en Alma Mahler.

Oscar Kokoshka en Alma Mahler
Kokoschka had drie jaar lang een onstuimige relatie met Alma Mahler. Dit dubbelportret dat hij van hen schilderde beschouwde hij als een verlovingsportret. Hier is al te zien, dat hij weinig geloof had in de duurzaamheid van hun verhouding. Hij was waanzinnig verliefd op haar, maar dat was niet wederzijds. Alma Mahler verslond mannen en Oscar was er kennelijk een van. Dat moet hij geweten hebben. Zoiets gebeurt.

Wednesday, November 13, 2013

De toiletjuffrouw moet blijven

Gisteren stak in DWDD tafelheer Filemon Wesselink de loftrompet over de toiletjuffrouw op Groningen Centraal. Haar schone toilet zorgt ervoor dat mensen speciaal met de trein naar Groningen reizen om bij haar hun plas en andere behoefte te doen. Maar alles van waarde is weerloos in deze samenleving. Dus moet zij weg van NS. Ook gisteren reed ik met de auto naar Rotterdam om in Booijmans de werken van Oscar Kokoschka te aanschouwen. Dat laatste doet er voor het verhaal niet zoveel toe, maar het staat zo interessant. Waarom ik met de auto ging en niet met de trein zal ik u ook besparen. Het gaat immers om de toiletjuffrouw. Bij Reeuwijk moest ik heel erg nodig plassen. Zo nodig dat ik niet kon wachten op het Atelier Van Lieshout-toilet in Booijmans. Wat een toeval! Want ook bij dit benzinestation was een brandschoon toilet en een toiletjuffrouw, die mij vriendelijk begroette en het damestoilet wees. Voor dat laatste was ik haar ook al dankbaar. Of zij ook bedreigd werd, kon ik haar niet vragen, omdat ik 's avonds pas DWDD met de boodschap van FiIemon zag.

Dus niet alleen voor de toiletjuffrouw op Groningen Centraal, maar voor alle Toiletjuffrouwen: DE TOILETJUFFROUW MOET BLIJVEN.

Sunday, November 10, 2013

De prijs voor goed je best doen

Ik lees Tem je Geest van Ruby Wax en het doet me goed. Jarenlang verborg deze cabaretière diepe depressies onder haar klaterende lach. Toen het haar teveel werd en ze eronderdoor dreigde te gaan, konden dokters haar niet helpen. Dus besloot ze zelf de menselijke geest te gaan bestuderen. In Tem je Geest doet ze verslag van die zoektocht op een hele persoonlijke manier. Het is een hilarisch boek geworden, waarin ze geheel in haar stijl geen blad voor de mond neemt.

Eigenlijk is het een wonder dat niet meer mensen het bijltje erbij neerleggen in deze jachtige tijd. In Tem je geest laat Ruby Wax zien hoe onze constant doorjakkerende en zelfkritische gedachten ons gestrest en angstig kunnen maken. Angst om er niet meer bij te horen, angst om niet mee te kunnen komen, angst dat mensen je niet aardig of niet mooi vinden, angst voor willekeur, voor lijden, voor de oorlog, voor het geweer om de hoek.

"Ik ben voor bijna alles bang geweest", dicht Vasalis, die ook zo kon lijden aan het leven.

"voor ’t donker, voor figuren op het kleed
voor stilte, voor de schorre kreet
van de avondlijke venter, voor een feest,
voor kijken in de tram en voor mezelf. "

Als je je doelen in dit leven te hoog stelt, zoals ik jaren heb gedaan, wordt de kans dat je ten prooi valt aan je angsten des te groter.

Maar gelukkig is er hoop zegt Ruby Wax. En hoop doet leven. Maar je moet er wel iets voor doen, want daarboven in die kersenpit moet angst getemd worden. Zij heeft ervoor gekozen te bestuderen hoe het brein werkt. Ik kijk om me heen en verbaas me dat ik mijn hele leven lang heb meegedaan aan die ratrace, terwijl ik al die tijd heb geweten dat ik eens de prijs ervoor zou moeten betalen. Nu zit ik met de gebakken peren. Maar gelukkig zijn er boeken die je laten lachen, want ik weet zeker dat humor een van de wegen tot verzachting is.

Monday, November 04, 2013

Leedliteratuur

Het houdt maar niet op de boeken over persoonlijk verdriet. Gisteren zat bij Wim Brands van het VPRO-programma Boeken Jannie Regnerus die Het Lam schreef over de kanker van haar vijfjarig zoontje. Wim Brands ontving haar met de lovende woorden dat hij haar boek de beste roman vond die in 2013 is geschreven. Ik heb het boek niet gelezen en ga het ook niet lezen. Ik houd niet van Leedliteratuur. Het gesprek heeft mij niet op andere gedachten gebracht. Wim Brands haalde lustig de verteller in het boek en de auteur door elkaar en voerde niet meer een gesprek over een boek, maar over het leed van de auteur. "Wat voelde je?" "Wat dacht je?" "Wanneer was het?" Hij mag het dan het beste boek vinden. Het gesprek was een farce.

Laatst zat ik te praten met een hele goede vriendin van me, die haar portie leed ook wel gehad heeft. Zij was begonnen aan Tonio van Van der Heijden en vroeg mij wat ik het boek vond. Ik was voorzichtig. Want wie weet biedt het boek troost. Gedeelde smart is immers halve smart. "Ik vond er niet zoveel aan", zei ik naar waarheid, omdat ik niet wil liegen. Ik ken betere boeken over het verlies van een kind en noemde haar Contrapunt van Anna Enquist en Uit de Tijd Vallen van David Grossmann. Geen gemakkelijke boeken, want het leed is hier naar een ander niveau getild. Het gaat in deze boeken om het peilloos diepe verlies dat wij allen kennen en waar we zo moeilijk woorden voor kunnen vinden, laat staan dat we ermee kunnen leven.

Ervaringsverslagen zijn niet onbelangrijk voor het verwerken van verdriet, maar echt van een andere orde.

Judith Herzberg dicht over dit fenomeen in Klaagliedjes.

Klaagliedje
De taal van rouw moet ik nog leren
die taal beheersen, woorden als diep
verdriet te vermijden, die gelden
voor elk ander, voor ieder die niet
mij is, ik heb die woorden
vroeger vaak gehoord, drongen
niet door. Een nieuwe taal
met nieuwe woorden leren.
Barsten, craqueleren.
Zo gewend als ik was
in een eind aan ellende
te geloven. Maar deze droogte
is een droogte waar geen eind
aan komt. Dorheid als deze
kom je nooit meer te boven.
En dauw, eens lieflijk
glinsterend troostend
blikkert nu dreigend.
Miljarden kleine druppels
triomferen heel even
vóór ze verdwijnen.
De taal van rouw
stokt in mijn keel,
toch moet ik die nu leren
en tot de mijne maken.