Tuesday, December 09, 2008
Charitas en Rechtvaardigheid
Bij een bezoek aan de Esnoga, de Joods Portugese synagoge in Amsterdam, viel mijn oog op de volgende tekst: In het Jodendom wordt het geven van geld aan de armen niet beschouwd als liefdadigheid, maar als onze bijdrage aan een meer rechtvaardige wereld. De bijdrage aan een rechtvaardige wereld kun je stoppen in de Tsedekabus (zie afbeelding). De tekst houdt me nu al de hele week bezig, omdat ik het verschil dat gemaakt wordt niet goed kan vatten.
Mijn hele leven wantrouw ik al gelovigen en hun liefdadigheid, omdat mijn moeder me dat met de paplepel heeft ingegoten. Zij, haar kleine broertje en mijn oma waren straatarm en kregen zo af en toe eens iets van de Kerk. Juist dat af en toe maakte het zo lastig. Soms wel en soms niet. En altijd net zo veel dat ze dankbaar moesten zijn zonder dat het genoeg was. Rijken geven weliswaar aan de armen, maar nooit zoveel dat die armen ook rijk kunnen worden. En dat zou pas echt rechtvaardig zijn.
Doen de Joden dat wel? Ik geloof er niets van, want ook de bijdrage in de collectebus is niet verplicht. Je mag bijdragen wat je zelf rechtvaardig vindt. En ook bij de Joden zijn er grote verschillen in welvaart en geluk.
Toch maant de tekst me tot voorzichtigheid. En misschien is dat wel de bedoeling. De mensen die geven, moeten zich er niet op laten voorstaan en moeten dus ook geen dankbaarheid verwachten. Geven is een plicht voor een mens die rechtvaardig wil zijn. Het lost de honger, de armoede en de ellende niet op. Maar het verzacht het leed en toont solidariteit. Ieder mens is de mens gelijk.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment