Ik lees met rode ogen de briefwisseling tussen de dichteres M. Vasalis en haar vriend uitgever Geert van Oorschot. Natuurlijk hoop ik er achter te komen, waarom Vasalis zo plotseling is gestopt na de drie bundels prachtige gedichten die ze in en vlak na de oorlog heeft geschreven.
De winter en mijn lief zijn heen.
Er zit een merel op het dak,
zijn keel beweegt, zijn snavel beeft
alsof hij in zichzelve sprak.
Hij luistert: uit een verre boom
klinkt als het ketsen van twee stenen
een vonkenregen van verlangen
zoo luid, zo helder en zo bang.
De merel stort zich met een kreet
vol wildheid in de voorjaarsvlagen.
Ik kan het bijna niet verdragen:
mijn voorjaar en mijn lief zijn heen.
Uit: Vergezichten en Gezichten.
Ik heb veel zorg besteed aan het overtikken van dit gedicht, omdat ik uit de brieven lees dat Vasalis zich vreselijk ergert aan gebruikers van haar gedichten die er slordig mee omgaan. Vasalis laat zich kennen als een pietje precies, een ongemakkelijk mens voor zichzelf in de eerste plaats. Ze blijft schrijven, maar alles wat ze produceert voldoet niet aan haar eigen hoge kwaliteitsstandaard.
De brieven geven ook een scherp beeld van het literaire bedrijf. Van Oorschot was niet alleen uitgever, hij was ook de geestelijk vader van literaire tijdschriften. Hij probeert Vasalis over te halen om toe te treden tot redacties, maar ze weigert dat in alle toonaarden. Ze voelt weinig voor het ongevraagd becommentariƫren van werk van anderen. Maar als Van Oorschot haar vraagt wat ze vindt van zijn verhalen en novelles, kan ze ongenadig hard zijn.
De briefwisseling geeft vooral een beeld van een groeiende vriendschap. Naarmate de briefschrijvers ouder worden, laten zij meer van de ziel zien. Wie schrijft er nog brieven in dit twitter tijdperk? Wie gaat er nog eens echt voor zitten?
1 comment:
Wat een mooi gedicht.
Je weblog was een tijdje in de vergetelheid geschoten.
Ga nu weer regelmatig lezen.
Post a Comment