Woensdag liepen Ger en ik in de binnenstad van Utrecht op weg naar het Catharijne Convent voor de afsluiting van onze cursus Kunstgeschiedenis, toen wij aan werden gesproken door een jongeman met filmcamera en microfoon in zijn hand.
“Mag ik u iets vragen”, vroeg hij hoopvol een afwijzing verwachtend.
“Natuurlijk”, zei ik, nergens bang voor.
Hij stopte mij de microfoon in mijn handen en richtte zijn camera op mij.
“Hoe lang gaat het duren?” vroeg ik. Wij moesten op tijd zijn voor de rondleiding.
“Dertig seconden”, zei hij conform de eisen van deze tijd.
“Doet u maar!”, zei ik, inmiddels wel een beetje nieuwsgierig wat er zou gebeuren.
Hij keek door zijn lens en vroeg “Wat is de crisis in uw leven?”
Zonder nadenken antwoordde ik “ouder worden” en verbaasde mezelf. Maar ik kreeg niet de tijd om na te denken, want hij vuurde de volgende vraag op me af.
“Wat is de crisis hier” en hij maakte met zijn vrije hand een cirkel om zich heen. Die vraag was niet zo moeilijk om te beantwoorden, omdat Ger en ik net hadden verzucht dat al die winkels met hun open, uitnodigende deuren energie sleurpen. Dus dat zei ik hem.
Dat was het. Hij bedankte mij en we konden onze weg naar het Catharijne Convent vervolgen. Maar voor mij is de kous nog niet af. Want voor het eerst had ik mezelf horen bekennen dat ouder worden niet vanzelf gaat.
No comments:
Post a Comment