Het
thema van de boekenweek dit jaar is vriendschap. In de etalage van de
boekhandel in mijn dorp hangt een vriendenportret van Klaas Gubbels en Cherry Duijns.
Vrienden voor het leven. Nog niet zo lang geleden maakte Cherry een stille documentaire over een andere vriend, Armando. De paar woorden die worden gewisseld raken de kern van hun vriendschap. Het mooiste boek over vriendschap dat ik de laatste
tijd heb gelezen is The Art of Fielding van Chad Harbach. De vriendschap door dik en
dun van vier mannen en een vrouw in een boek dat maar zijdelings over honkbal
gaat. Een van de oudste geschriften in het Nederlands gaat trouwens ook over
vriendschap:
Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi
tleven
Ik moet denken aan mijn eigen vriendschappen. Het zijn er niet veel, maar ze zijn wel heel trouw. Anderen gingen verloren in goede bedoelingen en hooggespannen verwachtingen. Niet iedereen met wie ik omga kan mijn vriend zijn. Tussen mij en mijn vrienden bestaat iets bijzonders. Ik respecteer ze zoals ze
zijn en denk aan ze met een glimlach. Niets menselijks is vrienden vreemd.
Natuurlijk denk ik ook aan mijn speciale vriendschap met mijn goede
vriendin die leeft in de mist die Alzheimer heet. Vorige week vertelde ik erover aan familieleden
van mensen die net in dagbehandeling gaan, omdat ze beginnende
geheugenproblemen hebben. “Wat houdt zo’n vriendschap nou nog in?”, vroeg
iemand. "Je kunt toch niets meer uitwisselen." Ik werd bijna boos. Dat had ik niet moeten doen. Ik had de
vragensteller moeten vragen wat voor hem vriendschap is. Dan had ik kunnen
uitleggen dat vriendschap met een persoon die zijn leven niet meer kan
organiseren en die je naam niet meer weet ook een voordeel heeft. De ander
verwacht niets meer van je en je kunt haar dus ook niet teleurstellen. Ze is alleen maar blij iedere keer als ze me ziet. Dan nemen we voor lief wat er is en geloof me, dat is een heleboel. Vriendschap zonder loodzware verwachtingen.
No comments:
Post a Comment