Vorige maand schreef ik over een van mijn beste vriendinnen, die Alzheimer heeft. Gisteren was ze jarig. Ze is zevenenzestig geworden, maar dat zegt haar niks. "Wanneer ben ik dan geboren?" vraagt ze me, en ze kijkt in een groot, grijs gebied. Haar oudste broer, die goed voor haar zorgt, had ons uitgenodigd. Ger wilde mee, maar ik raadde het haar af. Ik heb genoeg aan mezelf, en ik denk het haar alleen maar verwart. Niet al mijn beste vriendinnen zijn de beste vriendinnen van mijn vriendin.
We vierden haar verjaardag in de gemeenschappelijke ruimte van de woongroep. Broer en zusje waren er, de twee kinderen, de ex echtgenoot, de beste vrienden en ik. We wilden een warme deken voor haar zijn. Zij en ik probeerden samen wat orde aan te brengen in het gezelschap. "Kwam jij voor hem," vroeg ze"wijzend naar haar ex, "en wanneer was dat dan?" Ik schreef het op in volgorde, en zette de namen bij de perioden. Ze waardeerde de poging, maar was het twee minuten later weer vergeten.
Ben je op de fiets?, vroeg ze, omdat zij en ik de liefde voor het fietsen delen. "Nee", antwoordde ik, "s avonds is het te ver en te donker op de fiets. Ik ben met de auto. Maar als ik weer kom, kom ik overdag en op de fiets en gaan we samen fietsen."
Toen ik wegging zwaaide ze me uit. "Niet vergeten weer naar binnen te gaan", zei ik. Ik reed een rondje om het te controleren. Ze stond nog buiten en zei: "ik wist dat je een rondje zou rijden en dus heb ik op je gewacht". Er hing een dunne lach op haar gezicht.
In de auto op weg naar huis vroeg ik me af wat zij en ik in de toekomst zullen overhouden. En ik moest denken aan mijn vader, die op het einde van zijn lange leven dementeerde. Hij was altijd blij als hij me zag, terwijl hij me vaak niet thuis kon brengen. Als dat onze toekomst samen is, is het zo.
No comments:
Post a Comment