Thursday, September 22, 2011

Huizer Week

Mooi eigenlijk zo'n Huizerweek met in het eerste weekeinde de Huizerdag in het Oude Dorp en in het tweede de Huizer Botterdagen in de Haven. Feest op het Oude Raadhuisplein en het Zuiderzee Jazz festival. Voor tussendoor de tentoonstelling van de grote werken van Pieter Hogenbirk en Peter Kos in het Huizer Museum. Beide dagen trokken veel bekijks. En dat waren niet alleen Huizers. Veel mensen van buiten die weten dat het gevoel van gezelligheid weer even terug is. Het gemeentebestuur zou er blij mee kunnen zijn. Ik heb geen flauw idee hoe de discussie over verdeling van evenementengeld is afgelopen, maar de Huizerweek moet blijven!




De foto's zijn van Charlotte Fontein.

Friday, September 16, 2011

Alzheimer en euthanasie

Na het schrijven van Het is zoals het Is over de vriendschap met mijn goede vriendin die Alzheimer heeft, word ik door velen gevraagd naar mijn standpunt over euthanasie bij Alzheimer. Tot nu toe moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik weet het doodgewoon niet. Niet voor mijn vriendin en al helemaal niet ten aanzien van mijzelf. Ik vind het een allesomvattende vraag over leven en dood en daarover ben ik nog lang niet uitgedacht. Je zal er maar voor staan!

Tegenwoordig mag er openlijk gesproken worden over de toepassing van euthanasie bij een beginnende ziekte van Alzheimer. Zodra de diagnose is gesteld en de patient zelf kan aangeven dat hij de ziekte niet wil “meemaken”, kan hij een arts verzoeken een eind aan zijn leven te maken. Algemeen wordt geaccepteerd dat de ziekte van Alzheimer ondraaglijk lijden veroorzaakt. Maar is dat ook zo?

Het begrip “ondraaglijk lijden” is in het geval van Alzheimer nogal tijdgebonden, bewijst socioloog Hugo van der Wedden in een lezenswaardige analyse van ziekte en lijden bij de ziekte van Alzheimer. Hij stelt de vraag waarom cognitieve degeneratie in de ouderdom, ooit een normaal, haast vanzelfsprekend fenomeen, veranderd is in een ernstige hersenziekte? Welke ontwikkelingen liggen daaraan ten grondslag?

Hij gelooft dat de ziekte van Alzheimer om cognitieve degeneratie in de ouderdom een mal heeft gevormd die op een comfortabele wijze aansluit bij onze westerse beleving van het leven. Het lijden van Alzheimerpatiënten kun je grotendeels sociaal duiden. Mensen verliezen de controle over hun drifthuishouding en voldoen steeds minder aan de geldende gedragsstandaard. Het is schaamtevol om telkens door de mand te vallen en niet meer aan de verwachtingen te kunnen voldoen. De angst om in aanzien te dalen en liefde te verliezen, zoals Norbert Elias een gevoel van schaamte omschrijft, is buitengewoon reëel. Vrienden haken af. Patiënten worden door hun partners binnengehouden om gezichtsverlies te voorkomen. Buitengewoon pijnlijk voor de patiënt is de wetenschap dat hij in de nabije toekomst een ernstige last zal zijn voor zijn naasten.

De verschuiving in het denken over euthanasie en Alzheimer kan worden gezien als het resultaat van een emancipatoir proces. Vroeger noemden we opa en oma seniel of kinds en plaatsten we ze in een hoekje, waar ze geen kwaad konden doen. Nu heeft de Alzheimerpatiënt een stem gekregen en naar die stem wordt steeds vaker geluisterd. We lezen in boeken en zien in films hoe verschrikkelijk de aftakeling is. Tegelijkertijd speelt de kwaliteit van de ouderenzorg een belangrijke rol. Door vergrijzing en het krimpen van de beroepsbevolking is onze cultuur van zorguitbesteding praktisch onhoudbaar. Binnen deze context heeft euthanasie als gevolg van Alzheimer veel weg van een cultureel pragmatische oplossing: de patient een eervolle dood, de naasten de vrijheid om te leven.

De beginnend Alzheimer patient die de dood verkiest, ontloopt de schaamte en het verlies van aanzien dat met dementie gepaard gaat. Men laat wellicht het leven, de eer blijft behouden, net als de liefde en de achting van de naasten. Dat euthanasie binnen onze cultuur als moedig en aanzienswaardig wordt gezien versterkt dit beeld. Een waardige dood komt recht tegenover een leven te staan dat zich kenmerkt door een verlies van status.

In Het is Zoals het Is laat ik mijn eigen worsteling zien met de gevolgen van de ziekte in de vriendschap met een dierbare die zich steeds verder terugtrekt in een voor mij onbegaanbare wereld. Het behoud van de vriendschap heeft mijn denken over leven en dood totaal op zijn kop gezet. Zoveel weet ik zeker. Ik heb altijd wel geweten dat aftakeling onlosmakelijk bij het leven hoort. De cirkelgang van het bestaan. Regelmatig doet het gedrag van mijn vriendin me denken aan de kleinkinderen.

Monday, September 12, 2011

Kleurrijke Huizerdag


De Huizerdag is voor Huizers! De Huizerdag verbroedert. Veel mensen aan de kraam die wilden vertellen over hun jeugd in Huizen, waar ze school waren gegaan, waar ze speelden. Veel belangstelling voor de verjaarskalender met mooie oude foto's. Veel vragen over behoud van het karakter van het Oude Dorp. Nog steeds veel ontzetting over de sloop van de zogenaamde Van der Roest panden.

Voor ons in de kraam was het ook kleurrijk, want aan de overkant stonden mensen van de stichting MauTeri, die aandacht vroegen voor de "vergeten eilanden" in de zuidwest hoek van de Indonesische archipel en die heerlijke sateh verkochten. Ook kleurrijk was het weer, want sinds lange tijd scheen de zon weer eens.

Een kleurrijke dag, maar toch ontbrak er wat. Wij stonden aan het einde van de Achterbaan tegenover het Huizer Museum. Daar liep het af. Mensen konden niet een rondje lopen bijvoorbeeld door de Hellingstraat naar Zeeweg en Voorbaan. Dat zal wel iets te maken hebben met de verkeersafwikkeling, maar voor het gevoel was het niet rond. En ik heb de muziek gemist. Ik kan me jaren herinneren dat er dweilorkesten, chantikoren, fanfares rondliepen. Willen ze niet meer of hebben ze de Achterbaan niet gevonden.

Op naar de Botterdagen van 16 en 17 september a.s.

Tuesday, September 06, 2011

De laatste zomergast

Als de zomergasten zijn vertrokken is de winter nabij. Een blik naar buiten waar de regen zwiept tegen de ruiten bevestigt mijn sombere vermoeden. Tijd voor een terugblik? VPRO's zomergasten vormden lange tijd een van de hoogtepunten van het televisieseizoen. Maar de laatste jaren is dat veranderd. Dat ligt aan de presentatoren, die je in dit verband trouwens gastheren moet noemen. En het zijn van gastheer vraagt bijzondere kwaliteiten, die niet iedereen van nature heeft.

Het begon met Joris Luyendijk die veel beter met de pen is dan met de microfoon. Maar van de laatste drie was hij duidelijk de beste, omdat hij de vinger op zere plekken kan leggen. Het dieptepunt was Margriet van der Linden, die erbij zat alsof het haar allemaal te veel was. En nu twee jaar Jelle BC. Wij hadden er veel van verwacht. Zijn reportages uit het uitgestrekte Rusland hebben wij met veel plezier bekeken, omdat hij regelmatig bij vreemde figuren met een verhaal op bezoek ging. Maar zittend achter een tafel met microfoon is Jelle niet veel meer dan een aardige jongen. Daar is overigens niets mis mee als de gast zelf wat te vertellen heeft. De uitzending met mevrouw Lilian Goncalves had geen gastheer nodig. Maar als de gast in toom gehouden moet worden, zoals Guy Verhofstad of een kritisch weerwoord moet krijgen, zoals Dick Swaab, is het kinderlijk aardige niet meer dan aandoenlijk.

Volgend seizoen dus maar weer eens een ander proberen, zou ik zeggen. En ik ga hier niet zeuren over de terugkeer van Peter van Ingen of Adriaan van Dis, alhoewel ik wel geniet van die ijdeltuiten die er altijd iets van willen maken. Er zijn nog veel meer ijdeltuiten. Wat te denken van Hans G. die nu Andere Tijden presenteert?

Thursday, September 01, 2011

Met dank voor het aangenaam verpozen

Eindelijk weten we in Huizen NH wat het is, een dorp met een dorpsplein!
Het dorp waar ik nu al bijna veertig jaar woon heeft eindelijk een echt dorpsplein. De ruimte was er al, maar het was kaal, ongezellig en met uitzondering van marktdag helemaal leeg. Na de opknapbeurt is het oneindig veel beter. Vooral overdag. Er spuit speels een fontein, er staan fiere bomen, er zijn terrassen waarop het goed toeven is. Het heeft lang geduurd, maar nu is het er ook. Zodra de zon zich laat zien in deze kille natte zomer zitten de terrassen vol en klinkt de schaterlach van de schoolkinderen die spelen met het water. Niks te klagen? Natuurlijk wel. Anders had ik dit stukje niet geschreven. De loftrompet steken laat ik anderen over. ´s Avonds en op zondag is het plein nog even verlaten als het altijd is geweest. En nog steeds is er niet een fatsoenlijk café waar je je vrienden mee naartoe kunt nemen. Dat is nog wel te overkomen. Ergerlijker is de troep die de schooljeugd achterlaat na de middagpauze. Op woensdag rond twaalf uur hebben we er een foto van gemaakt. Het plein is van ons allemaal! Het is leuk dat de jeugd ook geniet van de gezelligheid. Maar dan moet het toch ook een kleine moeite zijn om even je rotsooi op te ruimen, als je weer naar school moet. Kom joh, gewoon even opruimen. En als dat toch te moeilijk is, is het dan niet een idee dat leerkrachten raddraaiers bij wijze van taakstraf het plein laten opruimen. Vuilniszak mee, want aan afvalbakken is een groot gebrek.