Tuesday, June 28, 2011

Het grut








De kleinkinderenL
Links Youn van Elise en Marc, bijna anderhalf jaar oud.
In het midden Olivia van Rita en Dik, 5 maanden.
Rechts de jongste spruit Sasha van Elise en Marc, net geboren.

Als je op de foto klikt wordt die groter.

Thursday, June 23, 2011

Nieuw Kleinkind!!!

Voor iedereen die is geïnteresseerd in mijn persoonlijk wel en wee een heugelijk bericht: vandaag is geboren het tweede kind van Elise en Marc, en het derde kleinkind van mijn vriendin Gerda. Moeder en kind maken het goed. Grootmoeder is blij!

Vandaag is ook de dag dat ik mijn eerste AOW kreeg. En de dag dat Geert Wilders en zijn kornuiten werden vrijgesproken van discriminatie en haatzaaien. De vrijheid van meningsuiting kent grenzen, maar die worden niet getrokken door de rechters, maar door de deelnemers aan het maatschappelijk debat zelf. Adel verplicht!

Sunday, June 19, 2011

Ma Vie en France, deel III - Markt in Lamastre


We hadden ons zorgvuldig voorbereid op een ontmoeting met oude bekenden. Als ze er zijn, slaan we een uitnodiging om langs te komen af, hadden we elkaar voorgehouden. We zeggen dat de kinderen komen en dat we niet weten wanneer ze weer vertrekken. Maar ze waren er niet. Wel veel andere landgenoten. Die hadden zoals altijd domicilie gekozen op een terras aan de zonzijde van het marktplein en zitten daar vooral om elkaar te ontmoeten. Ik wilde er dit keer niet bijhoren en dus kozen we een terras aan de zuidzijde, waar de zon niet zou komen. Daar zaten overigens ook landgenoten, maar minder opzichtig en luidruchtig. Overigens pik je ze er wel direct tussenuit, omdat ze zo weinig Frans zijn. Ze dragen de verkeerde kleding, zoals kleurige fleecen en witte broeken. De kinderen lopen slungelig in shorts, omdat ze niet weten dat het hier serieus fris kan zijn in het voorjaar. Ik vraag me bij dit soort mensen altijd weer af, wat ze hier komen zoeken. Ze zien er niet uit als wandelaars of natuurliefhebbers en ik zou ze eerder verwachten op een camping aan de Middellandse Zee. Vermoedelijk houden ze het na deze eerste keer voor gezien. Te veel natuur, te veel rust, te weinig vertier. Op Paasmaandag kun je niet eens fatsoenlijk uit eten!

De markt in Lamastre betekent voor veel bezoekers zien en gezien worden. Er wordt heel wat afgezoend en handen geschud. Of dat nou buitenlandse Fransen zijn, die een tweede huis in deze streek hebben, of locaux die elkaar een keer in de week op de markt tegenkomen? De nummerborden van de auto’s op de parkeerplaats, die trouwens dit keer gratis was, wijzen op een mengeling. Veel 07-borden maar ook een ratjetoe aan andere nummers. Kennelijk is het in Frankrijk voorjaarsvakantie. In dit voorjaar is de markt niet een toeristenmarkt. Weinig snuisterijen, veel nuttige spullen, zoals plantjes en kruiden voor de moestuin, groenten en fruit, kazen en worsten. En de gebruikelijke kramen met kleding. Ger kocht een pet voor € 10 en we gingen op zoek naar een tafelzeiltje voor de huiskamer. Dit was niet de eerste keer dat we het probeerden en ook nu mislukte het weer. Misschien maken we het ons ook niet gemakkelijk. We zoeken een boerenzeiltje, maar het moet wel stijl hebben. Moeilijke combinatie blijkt steeds opnieuw. Want ook in Nederland wil het niet erg lukken. De marktkoopman van de stoffen praatte de blaren op de tong, maar hij kon niets tonen wat wij aantrekkelijk vonden. Ook de hulp van zijn vrouw veranderde daar niets aan.

Er is ook altijd veel vreemd volk op de markt van Lamastre. Nu zat bij de fontein een good looking boy met bord “J’ai faim, aidez moi”. Ik kan maar niet geloven, dat dit serieus gemeend is. Vroeger toen Charlotte en Annelies ergotherapie studeerden werden studenten er wel eens op uitgestuurd om ervarend te leren hoe vervelend het is als je in een rolstoel zit en mensen willen je niet als een gewoon mens behandelen. Misschien is dat joch met bord ook wel een student, die erop uit is gestuurd om het aan den lijve te ondervinden. Misschien schrijft hij wel een boek over honger. Wie zal het zeggen. Ik heb nog even achterom gekeken, en heb niet gezien dat iemand medelijden met hem had.

Verder slenteren er nog steeds over de markt veel Jezus-achtige figuren met lange haren, lange rokken en lange gezichten. Meestal hebben ze ook de Jezus-achtige leeftijd. Ze lijden aan de wereld en willen dat laten zien in hun alternatieve dracht. Ik zag ook oudere mensen die zich niet hebben aangepast. Bij het begin van de markt stond een sterke vrouw van begin zestig met dik vest en dikke broek met een opvallend kapsel. Bovenop was het haar wit-geel geverfd, de rest was donker bruin en hing langs het hoofd en aan de achterkant ontwaarde ik een klein staartje. Zou zij vroeger ook hip zijn geweest, zich hebben gelaafd aan de geestverruimende middelen en nu tot inzicht zijn gekomen? Ik ga het niet vragen, ik zie het alleen.

Monday, June 13, 2011

Ma vie en France, deel 2, Lundi de Paques


Lundi de Paques: Op tweede paasdag gingen we op zoek naar eten. Toen we vertrokken uit Nederland dachten we dat op tweede paasdag in Frankrijk een van de twee supernarkten in Vernoux wel open zou zijn. Wij zouden toch niet de enigen zijn die op zondag aan waren gekomen. Lange tijd hebben we gedacht dat die Fransen niets doen aan onze tweede dagen. Daar zijn we een paar jaar geleden al van teruggekomen, toen we de winkels gesloten vonden. Achteraf hadden we dus beter kunnen weten. Maar een gewoon mens wordt pas door schade en schande wijs.

Toen we Vernoux binnenreden vond ik het verdacht stil. Maar Ger bleef optimistisch. We stalden de auto op het lege parkeerterrein van de Intermarche, die was dus dicht. En ook de Casino in de dorpsstraat was gesloten. We liepen naar het cafe op het plein. Daar staan dag en nacht de borden buiten met het “Menu du Jour”. We gingen vragen of we daar 's avonds zouden kunnen eten. “Wel open, maar ’s avonds geen repas,” luidde het teleurstellende antwoorden. Die borden waren voor ’s middags. ’s Avonds verwachtten ze geen tourist of passant in Vernoux. Dan schenken ze alleen wijn voor de notoire terrastijger of de plaatselijke dronkaards.

“Proberen bij de buren?”, vroeg Ger. “Doe maar”, zei ik opnieuw. Nee hebben we, ja kun je krijgen. En zo waar lukte het. De cafébazin wilde wel wat voor ons maken om zes uur 's avonds, als ze zeker wist dat we kwamen. Gaan we doen, besloten we. Opgelucht reden we terug naar huis.

Tegen zessen keerden we terug naar Vernoux. We hadden onze werkklof aangehouden. Bij die boeren op het terras, hoeven we er niet feestelijk uit te zien, besloten we. Die zullen zich niet storen aan een vieze pofbroek en een werktrui. Die gaan ons een bord eten geven en een lekker glas wijn en wij betalen er een tientje voor. Niks geen poespas. Maar toen we voor de deur stonden met een hart vol verwachting en een rammelende maag, vonden we de deur gesloten. Een blik door het raam leerde dat de aardige cafébazin ons toch mooi liet staan. Het terras was opgeruimd en de deur was dicht. Dat was even schrikken! Want hoe nu verder? We dronken een glas wijn op het terras van het grote cafe en vroegen de ober, die zijn tweede paasdag had gevierd met veel drank, of hij wist of wij ergens iets te eten zoude kunnen krijgen. Hij keek ons meewarig aan, richtte zijn blik naar het einde van de lege straat en suggereerde toen tegen beter weten in: “misschien l’Archou!”. Wat een gat, dacht ik, toch al niet in al te beste stemming. Vooral toen hij op onze vraag of wij dan misschien een fles wijn van hem zouden kopen, nee moest zeggen, omdat zijn bazin het niet wilde. Wat een hondenkoppen! Goed dat we ons voor deze boeren niet omgekleed hadden. Die Fransen. Zouden ze weten dat er mensen bestaan, die andere gewoonten hebben? Bij hen begint en eindigt de wereld. We reden mopperend de tien kilometer terug naar huis, staken de open haard aan, aten de restjes van de vorige dag, dronken er een bak slobberthee bij en hadden het er nog lang over.

Wednesday, June 08, 2011

Ma vie en France, deel I


Voor wie het nog niet opgevallen was, wij zijn een poosje weggeweest. Zes weken op het land in Frankrijk. Kun je doen als je met pensioen bent. We vertrokken de zaterdag voor Pasen en reden via Rita, Dik en de kleine Olivia in Melay. Dat ligt halverwege in de Haute Marne. Vader, moeder en kind maken het goed. Eerste Paasdag vervolgden we onze reis met de laatste zeshonderd kilometer. Toen we bij Valance van de grote weg het Massif Central opdraaiden steeg de spanning net als alle andere keren. Hoe zou het huis erbij staan?

Na vijftig haarspeldbochten waren we boven en zagen we dat de natuur nog verder was dan in Nederland. Om half vijf zetten we de auto voor het huis. De blauwe regen bloeit, riepen we! Nog niet eens voluit, maar wel kleurrijk en welriekend. Mooi zo, die is aangeslagen. Toen ik nog eens goed keek, kreeg ik spijt, dat we hem in het begin niet beter hebben gesnoeid. Nu is de hoofdstam al aan de onderkant vertakt en dat vind ik eigenlijk niet zo fraai. Ook de rozen waren flink gegroeid, zowel aan de voorkant als aan de achterkant van het huis. Sommige staan zelfs al dik in de knop. Verder kon ik met voldoening constateren, dat ik de strijd met het onkruid en de buren gewonnen heb: het perkje stond er fraai bij. De klimroos, die ik vorig jaar heb gezet,is dun, maar hoog. En de andere rozen waren stevig. De alpenkorenbloemen stonden zelfs al in de knop, net als de hortensia die de buurvrouw vorig jaar nog betitelde als "mauvais herbes". Ze weet niet beter. De buren zelf zijn er gelukkig niet. Die maken altijd erg veel herrie en dat past niet zo in het leven op het land. Patrick, de fruitbroer rechts naast ons, is er gelukkig nog wel en ook vrouw en kind. Een tweede is niet gekomen. Die komt misschien ook niet meer. Youn kan van de zomer met de kleine meid spelen, denkt Ger. Ze is wel wat groot voor hem, vrees ik. Maar wie weet, hij is mans genoeg.

Bij de andere buurman, de geitenboer, zijn ze nog steeds aan het bouwen. De schuur voor de spannende seances is klaar, maar nu zijn ze aan een nieuw project begonnen. Later hebben we gehoord dat het een gites moet gaan worden. Maar het zal nog wel even duren. Kritische factoren zijn geld en tijd. Als die er niet zijn, ligt het werk stil. Maar de geiten zijn er nog en het bedrijf bloeit.

Het huis bood een wenkend perspectief. Hier konden we het wel zes weken uithouden.