Thursday, September 26, 2013

Het breken van de cirkel

De cirkel met een willekeurig begin en een even willekeurig eind: spanning, pijn, vermoeidheid, spanning, pijn, vermoeidheid. In "Het zit tussen mijn oren" beschreef ik wat er gebeurt in mijn hersenpan, zodat ik nu al meer dan een jaar zo gammel leef. Ik eindigde toen met de verzuchting dat het doorbreken van de vicieuze cirkel de weg naar genezing is. Inmiddels heb ik vijftien weken serieuze therapie achter de rug met een combinatie van lichamelijke en geestelijke oefeningen. Ik ben er erg moe van geworden. De bedoeling was dat ik weer greep op mijn lijf en leven zou krijgen, zodat de pijn en de vermoeidheid minder worden. In Terugval liet ik al weten dat het met vallen en opstaan gaat. Vandaag lijkt het meer op vallen dan op opstaan, maar dat kan liggen aan het ogenblik. En er is een aanwijsbare oorzaak. Maandag ging ik meedoen aan Hydrofit - oefenen in een groep in warm water. Dat was tijdens die vijftien weken een van mijn favoriete therapieën. Lekker zwoel bewegen in het warme water met heel veel aandacht. Hydrofit is heel anders, heb ik tot mijn schade moeten ontdekken. Hydrofit is allereerst heel hard werken. Niet lekker dobberen op mijn bandje in het water om evenwicht te zoeken, maar veel dynamische oefeningen. Het leek net als vroeger, alleen dan wat aangepast aan mijn leeftijd. Ik holde van de ene naar de andere kant van het zwembad met bal, met emmer op een plankje, liep grote passen met een gewicht aan mijn benen. Oh, oh wat genoot ik. Ik voelde me jong en energiek. Tot de volgende morgen.

Bij het verlaten van het zwembad zei een van mijn groepsgenoten al met een fijnzinnig lachje, dat het niet allemaal hosannah is. "Wacht maar af tot morgen." Ze kreeg pijnlijk gelijk. Ik ben niet meer gewend zo lang mijn benen te gebruiken en die protesteren hevig. Nu is het de kunst niet in paniek te raken, maar het te nemen zoals het is. Ik doe ontspannings- en ademhalingsoefeningen, spreek mezelf toe met kalmerende en troostende woorden, zoek afleiding. Er is me verzekerd dat het allemaal beter wordt, als ik maar oefen en geduld heb. Ik verheel niet dat het soms moeilijk is. Dan begin ik aan de cirkel van mediteren, goed naar buiten kijken en afleiding zoeken.

Thursday, September 19, 2013

Dementie en Dan?

De ziekte van Alzheimer gooit het hele leven op zijn kop zowel voor slachtoffer als voor zijn partner, kinderen en vrienden. Veel mensen ervaren de toekomst als een groot zwart gat met veel onzekerheden. Dat het niet nodig is om bij de pakken neer te gaan zitten is het onderwerp van de Landelijke Campagne DementieEnDan. Tijdens de campagneweek van week van 20 tot 29 september ligt overal in het land de focus op de mogelijkheden die er zijn om dementie draaglijker te maken, zoals het samen maken en beleven van muziek en kunst, bewegen, andere vormen van contact. Dit initiatief van documentairemaker Ireen van Ditshuyzen is georganiseerd rond Wereld Alzheimerdag op 21 september. Gedurende twee jaar filmde ze vijf mensen met dementie en hun omgeving. Het documentaire tweeluik DementieEnDan wordt 23 en 24 september uitgezonden door de AVRO. In het hele land vinden bijeenkomsten en activiteiten plaats voor mensen met dementie en hun naasten.

De Stichting Thuis in Dementie, een initiatief van de zorgondernemers van de Oude Pastorie in Huizen organiseert in deze week een aantal bijeenkomsten en activiteiten. Zo zal een bioscoopversie van de Documentaire van Ireen van Ditshuyzen te zien zijn in Bioscoop Wolf op woensdag 25 september om 20.00 uur. Speciale gasten zijn het echtpaar Jan en Marjo van Damme. Zij komen in de documentaire aan het woord en beantwoorden vragen. De zaal is open vanaf 19.30 uur. Na afloop is er gelegenheid om met elkaar na te praten in de foyer. Op zaterdag 21 september en op dinsdag 23 september is er een rondleiding voor mensen met Alzheimer en hun mantelzorgers door het Huizer Museum.

Als u meer wilt weten over het programma www.thuisindementie.nl

Friday, September 13, 2013

Terugval

Precies drie weken geleden ging ik voor mijn laatste dag therapie naar het revalidatiecentrum in de buurt. Ik nam geroerd afscheid van mijn therapeuten en mijn bondgenoten. Tijdens mijn laatste baantjes in het lekker warme therapiebad kreeg ik bijna tranen in de ogen. "Ga je het redden?",  vroegen mijn stutten en steunen van de afgelopen vijftien weken in koor. "Natuurlijk ga ik het redden",  antwoordde ik met ongebreideld optimisme. Ik voelde me gesterkt door een terugvalpreventieplan dat ik de laatste weken samen met de ergotherapeut had opgesteld. In dat plan staan leefregels die moeten voorkomen dat alle therapie voor niets is geweest.

Maar ondanks al deze voorzorgmaatregelen en steunbetuigingen ben ik afgelopen week teruggevallen en nog behoorlijk hard ook. Naast en achter het terugvalpreventieplan liggen allerlei valkuilen op de loer waar ik ben ingetrapt. Nu ik terugkijk, had ik het kunnen weten. Ik heb tijdens de therapie namelijk wel geleerd wat ik heb en hoe ik ermee zou moeten leven, maar de praktijk wil zich maar niet aan de theorie houden. Mensen gedragen zich ongewis, net als het weer, en spijt komt altijd te laat. Ik moet hard "Nee" zeggen op de momenten dat ik denk dat het nog wel kan en kom er dan later achter dat ik me heb vergist. Het kon er niet meer bij.

In een eerder weblog heb ik al eens gewezen op de noodzaak vastgeroeste gedragspatronen los te moeten laten. In een van de indringende gesprekken met de psycholoog was ik erachter gekomen dat ik een mens van het DOEN ben. Ik loop voortdurend met plannen en ideeën die ik aan wil pakken. Als ik er geen tijd voor kan vinden, omdat nieuwe plannen en ideeën dat onmogelijk maken, voel ik me opgejaagd. "Wat gebeurt er",  vroeg mijn jonge, praktische psycholoog, "als je het niet doet? Ga je dan dood? Gebeuren er ongelukken?" Allemaal niet aan de hand, moest ik antwoorden. "Waarom ga je dan niet op dat bankje aan het water zitten dromen?" Ja, waarom niet eigenlijk? Ik was vergeten hoe noodzakelijk dat is en pluk daar nu de zure vruchten van. Ik ga het gewoon opnieuw proberen.

Friday, September 06, 2013

Kleine geitjes groeien groot

Ik moet nog het verhaal vertellen over de jongen op de Kinderboerderij en het geitje. Zondag fietsten we een kleine ronde, omdat er een flinke wind stond. Die gaat langs het sluisje en de Meenthoeve naar een van de bankjes rond de kinderboerderij in het Waranda park. Het was druk binnen de hekken. De grote vakanties zijn afgelopen, de weekenden worden gevuld met het kleine spul. Opvallend veel gezinnen van buitenlandse afkomst. Doet me goed. Dit land is van ons allemaal, dacht ik rooskleurig idealistisch. Ineens was er opwinding. Een mevrouw oppasser in het groen en een jong, fris joch stapten dreigend op een jong wit geitje af. Zij gingen hem een halsband om doen. Het joch hield het geitje vast tussen de knieën, de mevrouw rommelde wat met de halsband. Toen het eindelijk gelukt was, werd er een touw bevestigt aan de halsband. Het geitje vond het niet leuk en probeerde achteruit uit de halsband te lopen. Ik ken dat nog wel van Flip en Lucas, als wij hen wilden helpen, bijvoorbeeld als Flip een teek op zijn neus had. Hij liet zijn tanden zien, gromde als een wilde, hapte naar alles wat bewoog, en liep steeds maar achteruit. Lucas was wat dat betreft een stuk vriendelijker. Die liep ook wel achteruit, maar gronde tenminste niet. Het geitje gromde trouwens ook niet, maar wilde niet aan de lijn. Hij moest en toen hij eenmaal vastzat gedroeg hij zich grootmoedig. De jongen paaide hem met lekkere korreltjes en liep met hem rond.
 
 


Waarom moest het geitje aan de lijn, vroegen wij ons af. Was hij agressief naar de kinderen? Niks van gemerkt. Was die ziek en moest die antibioticum of iets dergelijks. Leek het ook niet op. Moest die bijgevoerd? Dat zou kunnen, maar waarom liep die jongen dan zo rond met hem? “We gaan het vragen”, zei ik tegen Ger. Wat bleek. Volgend weekend kwam de inspecteur voor de geitenkeuring en dan moest het geitje braaf aan de lijn kunnen lopen. “Wat gebeurt er anders?”, vroeg ik. Het antwoord verbaasde me. Dan mogen ze namelijk niet met hem fokken. Willen ze dat dan en mogen ze dat? En wat heeft het gezeglijk aan de lijn lopen met fokken te maken. Nog veel vragen. Ik heb ze niet meer gesteld, omdat ik al zo blij was met de antwoorden.

Monday, September 02, 2013

Schijngevecht Giganten tegen computercriminaliteit

De giganten in dit verhaal zijn de Rabobank, Ziggo en de Politie. Wij zijn de dreumes. Het begon op een vrijdagmiddag tegen een uur of vijf. Ik was net thuis van een vermoeiende dag therapie. De telefoon ging. Ik nam op. Aan de andere kant van de lijn vroeg een vriendelijke mevrouw van de Rabobank naar mijn partner. Die was er niet. Ik vroeg of er iets aan de hand was, maar dat kon ze niet zeggen. Ze zou na het weekeinde terugbellen. De volgende morgen constateerden wij dat er iets vreemds was gebeurd op de rekening van mijn partner bij de Rabobank. Er was een fors bedrag van de spaarrekening overgeboekt naar de rekening-courant en dat was vervolgens naar een vreemde rekening weggeschreven. Paniek in de tent. Wij waren dus het slachtoffer geworden van computercriminaliteit. Wat nu?

Wij bellen met het regiokantoor van de Rabobank. Zij konden alleen de pinpas en de rekening blokkeren, maar verwezen ons naar de afdeling fraude voor de rest van het verhaal. Die stuurden ons een handleiding om een eventueel virus van de computer te verwijderen met de waarschuwing dat het een lastige klus was. Te lastig voor ons ondanks twee dure virusscanners. Dus brachten we de besmette computer naar jonge computerspecialisten. Die verwijderden een Trojaans paard en nog wat andere rotzooi, zodat we veilig konden internetten. Dat probleem opgelost, dachten we. Nu het geld nog.

Op maandag belden we het regiokantoor van de Rabobank of er al iets bekend was over de verkeerde boeking. Dat konden ze niet zeggen. Ze hadden het in handen gegeven van de afdeling fraude van het hoofdkantoor en die mochten ze klaarblijkelijk niks vragen. Gewoon afwachten, zeiden ze. Dat deden we. Wat moesten we anders. Ergens midden in die week hoorden we van het regiokantoor dat we een nieuw pasje konden halen. De rekening was blijkbaar gedeblokkeerd. De overschrijvingen waren gecorrigeerd. Wat er was gebeurd vertelde het verhaal niet.

Problemen opgelost? Nee hoor. Twee weken laten op zaterdagmorgen lag er een brandbrief van een andere Gigant, kabelbedrijf Ziggo, in de brievenbus. Hun beveiligingssoftware had een Trojaans paard gedetecteerd op een van onze computers. Zij maanden ons het te verwijderen, waarschuwden dat dat niet eenvoudig zou zijn, en dreigden dat zij ons zouden afsluiten als we in gebreke zouden blijven. Gratis kregen we nog een goede raad: om dit probleem in de toekomst te voorkomen, moesten wij hun beveiligingssoftware installeren. Van verbazing heb ik de brief even terzijde gelegd. Waarom kunnen zij wel detecteren en niet verwijderen? Hoe komt het dat het Trojaanse paard ontsnapt is aan het oog van de Beveiligingssoftware van Ziggo die al heel lang onze computers moet beveiligen. Ik heb de vragen aan Ziggo gesteld in de hoop dat ze niet te lastig zijn voor hen.

Nu nog de politie! De Rabobank vindt dat wij aangifte moeten doen bij de politie, hoewel niemand ons kan vertellen wat er is gebeurd. Vanmorgen hebben we telefonisch een afspraak gemaakt met een mevrouw van de regiopolitie. Het gesprek gaat wel twee(!) uur duren, waarschuwde ze. Hebben ze bij de politie niet ergens een landelijk werkend team om computercriminaliteit aan te pakken? Zouden die dan niet beter de informatie kunnen verzamelen. Of geldt hier ook weer dat ze eigenlijk niet weten waar ze moeten beginnen?

Wij werken braaf mee, hoewel we niet denken dat het ons iets dichter bij de oplossing zal brengen.