Sunday, July 28, 2013

En toen was daar die luchtballon

Aan het einde van een lange, warme therapiedag vroeg mijn psycholoog me om voor een zachte terugkeer naar de werkelijkheid van alledag in gedachten mijn favoriete plekje op te zoeken. Ik was boos en verdrietig tegelijk en had vooral behoefte aan frisse lucht. Dus besloot ik mijn bankje aan het water op te roepen. Ik ging er opgelucht zitten en creëerde er een passende sfeer bij. Het was een uur of acht in de avond. Het was windstil en het late zonlicht speelde met de kleine bewegingen van het water. Ver weg zag ik kleine witte zeiltjes. Hoog in de lucht zocht een bromvliegtuig Schiphol. Wat lager krijsten meeuwen tegen elkaar en misschien ook wel tegen mij. Nog lager kwetterden futenfamilies zomergeluiden. Af en toe reed er een fietser langs die groette. De hondenuitlaters waren er niet, die keken televisie. Net toen ik weg begon te dromen hoorde ik een vreemd suizend geluid achter me in de lucht. Het kwam rap naderbij, zo rap dat het al boven mijn hoofd vloog voordat ik om kon kijken. Een kleurrijk gevaarte met daaronder een mandje aan een touw scheerde op ca. 10 m hoogte over mijn hoofd: een enorme luchtballon. Wat deed het daar zo laag, vroeg ik me af. Er trekken wel meer luchtballonnen over het Gooimeer, maar die vliegen veel hoger. Dit was zeer ongewoon en het werd nog idioter, toen het mandje voor me het water raakte en verder stuiterde. Dat gaat niet goed, dacht ik. De werkelijkheid van alledag was iets te hard naar me toe gekomen. Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd en konden de inzittenden van het mandje uit het water worden gehaald. Ik bleef verdwaasd achter.


Hier boven de Nijl ging het trouwens wel goed

Monday, July 22, 2013

Mooie Tour?

Gisteren eindigde de honderdste tour de france met de bekende tien rondjes op de Champs Elysée. Het gekkenhuis was thuis, nadat Marcel Kittel in de sprint Mark Cavendish had verslagen. Met dat laatste was ik wel blij. Niet omdat Kittel in een Nederlandse ploeg rijdt, niet omdat Cavendish Tom Veelers onderuit reed, maar omdat ik Mark C. een over het paard getild jongetje vind in een ploeg die bij hem past.

Op TV kraaiden alle commentatoren dat het een mooie tour was. Was het dat ook? Was het weer echte sportieve sport? Ik heb er zo mijn bedenkingen bij. Misschien was het een schone tour in de zin dat er geen doping is gebruikt. Maar daarvoor in de plaats is een soort van wetenschappelijke benadering gekomen, die me mateloos irriteert. Froome heeft gewonnen. Het aardige mens heeft de hele tour gereden met zijn ogen op zijn watts meter bovenop zijn stuur. Moet ik dus niet zeggen dat zijn team heeft gewonnen met hun bijna bionische benadering van de sport. Je kunt je niet voorstellen dat het slungelmens met zijn vreselijk lelijke manier van fietsen zonder hulpmiddelen als snelste de Mont Ventoux op kan rijden. Nikki Terpstra vertelde gisteren bij Mart, dat hij de hele dag naast hem had gereden en dat hij dacht dat hij steen kapot zat. Toen hij driekwartier later bovenkwam hoorde hij dat het slungelmens had gewonnen.

Ploegen speelden een dominante rol tijdens deze Tour de France. Er zijn grote ploegen en kleine ploegen. De ploeg van Froome is een grote ploeg net als de ploeg van sprinter Mark Cavendish. Maar gelukkig geven individuele kwaliteiten van renners meestal nog de doorslag. De ploegentijdrit werd onverwacht gewonnen door een stel cowboys uit Australië. Er was de strijd tussen de sprintersploegen die dik door de Nederlandse formatie Argos Shimano werd gewonnen. Grote ploegen kunnen ook verliezen. Het dure BMC won niks, helemaal niks en werd uiteindelijk de schlemiel van het peloton.

En dan de Nederlanders. Bau en Lau zorgden even voor de hoop van de natie. Maar toen het erop of eronder was, gingen zij kopje onder. Bau kon met heel veel geluk en moeite zijn zesde plaats vasthouden en Lau ging stik kapot. Mooie tour? Misschien als je alles bij elkaar optelt, maar de grote strijd is uitgebleven en dat is jammer.


de toekomst in het geel

Saturday, July 13, 2013

Tegelwijsheid

Bij mijn haptotherapeut zag ik in de vensterbank een tegeltje met de volgende tekst:

Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg

De aanwezigheid van het Delftsblauwe tegeltje verbaasde me, de eerste keer dat ik de regel las. Haptotherapie is een serieuze bezigheid, die uitgaat van de veelkleurigheid van de mens. Wat voegt zo'n tegelwijsheid toe? Kennelijk is het bedoeld om mij duidelijk te maken dat ik moet veranderen. Alsof ik dat zelf nog niet wist. Deze wijsheid is bijna wrang toepasbaar voor de situatie waarin ik zit. Ik weet dat ik moet veranderen, maar dat is op mijn leeftijd gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik zal de lezer de gruwelen van mijn zoektocht besparen. Met een beetje inlevingsvermogen kunt u zich ook wel bedenken, hoe griezelig het is om zekerheden los te laten. Voor kinderen kan nog gelden

Van vallen en opstaan word je wijs
 
Maar vallen op mijn leeftijd doet veel pijn. Ik betwijfel of dat bijdraagt aan mijn herstel. Hoe dan wel? Wie het weet mag het zeggen. En kom niet aan met
 
Veranderen gaat van AU

of andere vreselijke platitudes. Ook geen goeroes of idealen, geen geloof of andere dromen. Ik weet dat het wenkend perspectief in mezelf zit. Misschien komt het vanzelf als ik gewoon een poosje op mijn bankje aan het water ga zitten dromen. En dan niet zeggen:

dromen zijn bedrog.

Sunday, July 07, 2013

Beelden in Depot Wageningen

 
benedenzaal
 
 
Gerhard Lentink

Emile van der Kruk
 
Karianne Krabbendam

Karianne Krabbendam
 
verrassing
 
Novello Finotti


Monday, July 01, 2013

Onder de douche

Als intermezzo wil ik hier over mijn ontmoeting vertellen met een jonge lotgenoot. Vorige week zag ik haar voor het eerst in het zwembad. Ze was met een andere jonge vrouw. Samen zwommen ze al kwetterend en spetterend heen en weer en op en neer. Toen al verwonderde ik me over hun aanwezigheid. Wat kwamen ze hier doen? Even spookte het idee door mijn hoofd, dat zij misschien ook wel voor het pijn en vermoeidheidsprogramma kwamen, maar ik schoof het terzijde. Dat kan toch niet: zo jong en zo levenslustig. Maar het kan dus kennelijk wel. Gisteren stond ik met haar onder de douche voordat wij te water gingen. We lachten vriendelijk naar elkaar.

“Lekker dadelijk zwemmen” zei ik toeschietelijk. Zij beaamde mijn gevoel. “Lekker zwemmen”.
“Zwem je vaak?”, ging ik door. Ik wist wat ik wilde weten.
“Voorlopig wel”, zei ze, “twee keer in de week en dat zo’n vijftien weken!”
Ik wist wat ik wilde weten. “Ook in het programma?”
Ze bevestigde mijn veronderstelling: ook in het programma. Net begonnen.
Zij dus in de eerste vijf weken, ik in de tweede. 
“Zwaar?”
“Ja, zwaar. Vooral de haptotherapeut.”
 
 
“Het wordt steeds gemakkelijker”, stelde ik haar gerust. Uit ervaring weet ik dat je de eerste weken best een beetje geruststelling kan gebruiken, als alles overhoop wordt gehaald. “Ik ben in de zevende week en het begin te wennen. Ik heb ook wel tijden dat het ietsje minder gaat, maar in het algemeen wordt het beter.” Zij glimlachte. Tijd om in het water te gaan.