Wednesday, December 28, 2011

Uitzendbureau voor Kleinkinderen

Als je geld hebt, is tegenwoordig overal een oplossing voor. Dat leerde het NOS-Journaal van gisteren, dat een Zweeds uitzendbureau voor kleinkinderen behandelde. Als je geen kleinkinderen hebt of als ze ver weg wonen, kun je ze inhuren bij een uitzendbureau. Het mes snijdt aan twee kanten. De ouder krijgt aandacht en zorg en de jeugd heeft een betaalde bijbaan. “Beter dan een krantenwijk”, zei een van de zorgende jongeren. “Want daar moet je vroeg voor uit je bed!”. In de zorg regent en sneeuwt het niet, bedacht ik me ook nog. In Zweden was het uitzendbureau een groot succes, totdat een grote zorgondernemer zich ermee ging bemoeien. Die verdiende er grof geld mee en zoals het meestal gaat met grof geld verdienen, komt dat op de eerste plaats en blijft de aandacht en de zorg onder de maat. De combinatie zorg en privaat ondernemen werkt niet, begrijpen ze nu in Zweden. Maar daarmee is het hele idee nog niet verkeerd. Alleen moet je zorgen dat de zorg het uitzendbureau zelf organiseert. Volgens mij is daar wel een oplossing voor te vinden.

In mijn boek “Het is zoals het is” vroeg ik aandacht voor een samenleving die te maken zal krijgen met een groeiend aantal ouderen die lijden aan de ziekte van Alzheimer en die onmogelijk meer voor zichzelf kunnen zorgen. Om te voorkomen dat de kosten van de verpleeghuiszorg verder uit de hand lopen, zijn alternatieve vormen van zorg noodzakelijk. Thuis wonen van mensen met Alzheimer is verre te verkiezen boven opname in een verzorgings- of verpleeghuis, maar thuis wonen vraagt heel veel van de partner of de kinderen. Die zijn dikwijls overbelast, omdat er wel respijtzorg is, maar veel te weinig. Veel mensen denken dat wij al die problemen kunnen oplossen met vrijwilligerswerk. Dat blijkt een illusie. Er zijn steeds meer mensen die zorg nodig hebben, en steeds minder mensen die vrijwillig en zonder betaling zorg willen geven. Waarom dan niet gezocht naar creatieve oplossingen? Het uitzendbureau voor Kleinkinderen kan zo’n oplossing zijn. Als we er maar voor waken dat het kleinkind ook een band kan aangaan met de “grootouder”. In mijn boek pleit ik voor het invoeren van een vak “levenslessen” op de middelbare school, waarin niet alleen het jonge, vitale leven aandacht krijgt, maar ook de interessante, laatste fasen van het leven. Het koppelen van jongeren aan ouderen kun je zo zien als een betaalde praktijkles. Voor niets gaat alleen de zon op.

Thursday, December 22, 2011

Modern Kerstfeest

Wat doen we met Kerst? Die vraag speelt ook in onze familie. Mijn vriendin is moeder van drie volwassen zoons en sinds vorig jaar drie maal grootmoeder. Alle drie de zoons hebben een partner. Een van de zoons heeft een vriendin die moeder is van twee grote jongens, maar die zoons zijn niet van de zoon van mijn vriendin, maar van een andere man. Kerst is een familiefeest. Wat gaan we doen? Wat gaan de kinderen doen? Want de kinderen van mijn vriendin hebben meer dan een moeder en de kleinkinderen meer dan een grootmoeder. Die kinderen hebben partners en die hebben weer een moeder en in sommige gevallen zelfs een vader. En het wordt nog ingewikkelder, want een van de kinderen woont met vriendin en dochter in Frankrijk en een andere woont met vriendin en twee zoons hier, maar zijn Franse schoonfamilie woont in Frankrijk. Wat doen we dus met Kerst?

Ik droom al jaren van een groot familiefeest met een kerstboom, kaarsen, lekker eten en drinken en veel kerstliedjes. Die droom zal ook dit jaar weer een droom blijven. De Franse schoondochter wil met Kerst haar kleine knapen aan haar familie laten zien en zal dus Kerst in Bretagne vieren. De kinderen die in Frankrijk wonen zijn in Nederland om hun familie te bezoeken en vieren Eerste Kerstdag Kerst met een lunch bij ons, 's avonds met een diner met de schoonmoeder en tweede kerstdag Kerst bij de vader van de zoon van mijn vriendin. De zoon met de vriendin met twee kinderen die niet van hem zijn, viert Kerst met haar en haar kinderen en de tweede kerstdag bij zijn Vader. Dit jaar dus niet met ons.

En wij dan? Wij vieren Kerstavond samen met een lekker eten, een goed glas wijn en misschien het Weihnachtsoratorium op de achtergrond. Een mooie gelegenheid om eens terug te kijken naar dat jaar met al die kleinkinderen. Eerste Kerstdag komen dus zoon, schoondochter en kleinkind die in Frankrijk wonen bij ons lunchen en Tweede Kerstdag gaan we na een bezoek aan de tentoonstelling van Aad de Haas in de Kunsthal in Rotterdam naar mijn zusje, dat in Den Haag woont.

En Kerst en famillie dan? Dat hebben we afgelopen week zaterdag gevierd met z'n allen. Iedereen aanwezig, iedereen blij. We hadden er vooral een kinderfeest van gemaakt. Iedereen had voor iedereen cadeaus gekocht en voor de kinderen het meest. Het werd een combinatie van Sinterklaas en Kerst met een Franse tic. Mijn Kerst heb ik dus eigenlijk al gehad, maar er kan nog wel wat bij.

Saturday, December 17, 2011

Alzheimer en vriendschap

Tijd voor goede voornemens en wensen:

Op Linkedin ben ik met zo'n vijfhonderd andere mensen lid/member van een Groep met de titel "Alzheimer". Het zijn professionals van allerlei aard en kunnen, artsen, verpleegkundigen, managers, voorlichters, en mantelzorgers. Wij informeren elkaar en discussieren over onderwerpen die ons aan het hart gaan. Dat zijn er veel en het netwerk wordt intensief gebruikt. In deze Kersttijd formuleren wij onze diepste wensen voor de toekomst. Natuurlijk willen wij allemaal graag dat Alzheimer verdwijnt uit de wereld. Want daar zijn we het over eens, Alzheimer is een vreselijke ziekte. Veel mensen zijn er zo bang voor, dat ze er graag voor weglopen. Mijn vriendin die Alzheimer heeft, had toen ze nog volop in het leven stond veel vrienden en vriendinnen. Een enkeling heb ik nog wel eens gezien op een verjaardag. Daarna bleven ze allemaal weg. Ik heb me dikwijls afgevraagd wat er de reden voor is. Mijn vriendin is niet agressief, niet opstandig en ook niet bijzonder verdrietig. Ze herkent me niet meer als ik bij haar op bezoek ga. Ik moet het contact leggen en als dat is gelukt, kijkt ze met grote, vragende ogen aan: "kom jij voor mij? Wat is dat leuk!" Dat laatste is niet altijd zo. Want eerlijk gezegd is het ook wel eens minder leuk. Bijvoorbeeld als ik haar niet begrijp. zij ongelukkig wordt omdat ze me niet duidelijk kan maken wat ze bedoelt en wij vervolgens als kiftende koppen tegenover elkaar staan zonder zicht op een uitweg. Je moet niet bang zijn voor ruzie, hoge woorden of tranen om dan je kop koel te houden en een uitweg te zoeken. Maar je wordt er niet minder van. En als het is gelukt en de lach doorbreekt, lijkt het even alsof het lente wordt.

Waarom komen die vrienden niet meer? Vriendschap is toch door dik en dun? Of betekent vriendschap niet zo veel als wij wel eens denken? Als ik de wegblijvers ernaar vraag doen ze altijd net alsof zij het niet voor zichzelf doen, maar voor de ander: "ze herkent me toch niet! Dus maakt het niet zoveel uit of ik wel of niet ga." Wat een onzin. Slaapt u vooral zacht, denk ik dan. Een van de andere leden van het netwerk, zijn naam doet er even niet toe, hoopt voor 2012 op een dementievriendelijke samenleving. Hij geeft er een paar voorbeelden van: "zorg dat oma op facebook gevolgd kan worden door de kleinkinderen, komen ze wellicht vaker op visite. Waarom niet meer aandacht in de media voor het behoud van vriendschappen? Nu gebeurt het nog te vaak dat vrienden en bekenden afhaken na de diagnose. Juist in dat soort zaken schuilt het lijden." Hij heeft gelijk, maar dat gelijk verandert nog niet veel aan de dingen. Daarvoor moeten concrete initiatieven genomen worden. Mensen moeten mijn boek lezen waarin ik laat zien dat vriendschap blijft, als je maar je best ervoor doet. En nu niet roepen dat het dan geen vriendschap meer is, want ook bij mijn niet-Alzheimervriendinnen moet ik wel eens knokken voor behoud van de saamhorigheid.

Misschien is een lotgenoten groep voor vrienden van Alzheimer patienten, waarin niet alleen het probleem wordt neergelegd, maar waarin ook tips en trucs worden gegeven om vriendschap te behouden. Misschien een Alzheimer Vriendengroep op Linkedin. Ik ga er eens over nadenken. Eerst ga ik met mijn vriendin Kerstliederen zingen.

Tuesday, December 13, 2011

Kunst en overheid

Vandaag las ik het bericht dat het CPB een economische recessie heeft afgekondigd. Twee kwartalen achter elkaar was er geen economische groei en dat schijnt het criterium te zijn. We moeten de broekriem aanhalen, de welvaart is voorbij. In tijden van tekorten zoekt de overheid naar bezuinigingen die geen pijn doen. Het mes snijdt fors in subsidies voor kunst en cultuur. Zoals zo vaak bij revolutionaire veranderingen is de argumentatie gauw gevonden. In Amerika, zegt men dan, wordt de hele kunstensector gefinancierd met particulier geld en kijk eens hoe de kunsten bloeien. Vergelijkingen tussen landen en systemen gaan bijna altijd mank en deze heeft beide benen verloren. In Amerika kunnen veel mensen niet naar de dokter, omdat ze niet verzekerd zijn. Gaan we dat dan ook overnemen? In Amerika is hoge kunst voor de happy few. Daar zijn er in Amerika veel van. Die laten graag zien, dat ze happy zijn en een van de manieren is een museum op te richten of een orkest te adopteren. Moet je wel heel veel geld hebben.

Ik bestrijd niet dat het in tijden dat het water aan de lippen staat, zinnig is om na te denken waarom we de dingen doen zoals we ze doen. Waarom subsidieert de overheid kunst en kunstinstellingen? Misschien weten heel veel mensen het niet meer, maar kunst, zowel het genieten van kunst als het scheppen van kunst, emancipeert de mens, of simpeler gezegd: het maakt hem een completer mens. Kunst hoort erbij! Dat staat los van financiering. De overheid subsidieert kunst om het bereikbaar te maken en te houden voor iedereen. Als de overheid stopt met subsidieren, zal er nog steeds kunst gemaakt worden. Maar het genieten ervan blijft dan voorbehouden aan een kleine groep mensen.

Als de redenering klopt, en waarom zou die niet, mag in geen geval bezuinigd worden op Kunsteducatie. Het beleven van kunst gaat niet vanzelf. De meesten van ons hebben daar een zetje bij nodig. Als het er thuis niet is, kan school daar handig bij helpen. Dat kost niet eens erg veel geld, terwijl het effect enorm is. Vervolgens moet het mogelijk zijn dat talent door kan groeien. Daarvoor is het nodig dat er opleidingen zijn en podia om op te treden. Bezuinigingen op kunstopleidingen is de dood in de pot. Hoe kun je het verzinnen? Tot nu toe is het simpel en rechtdoor geredeneerd. Maar nu wordt het moeilijker? Nu subsidieert de overheid kunst- en kunstinstellingen zonder dat altijd duidelijk is, wat ze ermee beoogt. Er worden subsidieverordeningen opgesteld waarin heldere criteria ontbreken, er wordt wat geld hier en daar uitgedeeld, en soms ook weer niet zonder dat aanvragers weten wat ervan hen wordt verwacht.

Ik kan het natuurlijk niet laten naar het schone dorp te kijken waar ik woon. Het college presenteert een nieuwe cultuurnota en het gros van de raad vindt dat alles bij het oude moet blijven. Op die manier hoef je als raadslid namelijk niet na te denken en je hoeft ook geen moeilijke beslissingen te nemen. Dat kunstbeleid zo ook niet erg inspirerend is, wordt op de koop toegenomen. Wat een gemiste kansen.

Thursday, December 08, 2011

Paarse vrijdag tegen homofobie

Onlangs zei Henk Krol, honovechter van het eerste uur, dat de homo-emancipatie is voltooid. Hij vergist zich. Vooral jonge homo's hebben het moeilijk. Kom er maar eens om als je in de puberteit ontdekt, dat je voor je beste vriend of vriendin tedere gevoelens hebt. Met wie ga je erover praten? Hoe kwetsbaar durf je te zijn? En als je er dan al uit de kast durft te komen, is daar dit stomnme pesten. Een op de tien jonge homo's denkt aan zelfmoord. Veel jonge mensen denken trouwens aan zelfmoord. Helaas voegen sommigen de daad bij het woord. Daarom plaats ik hier nog maar eens de video over paarse vrijdag, die ik ook al in mijn vorige blog vermeldde. Want zo lang homo's niet worden gezien als hele gewone mensen, zal ik de kat de bel aan binden. Ik weet hoe belangrijk het is dat je er mag zijn!

Wie is er eigenlijk niet normaal? De homo of de mensen die er moeite mee hebben?

Monday, December 05, 2011

Wat een overwinning!

Een tijd geleden ondertekende ik een petitie over verplichte voorlichting over homoseksualiteit op scholen. ( zie mijn blog Vreemdheid bestrijden van 7 augustus jl.) Ik plaatste er wel een kanttekening bij, nl. dat volgens mij de voorlichting over homosexualiteit ingepast moet worden in voorlichting over seksualiteit in het algemeen. Het leek even alsof ook deze oproep zou sterven in het stof van het gedoogaccoord. Maar kijk aan. Dat is niet zo. Voorlichting over homoseksualiteit wordt op alle scholen verplicht en het COC is heel terecht blij. Alweer een bewijs hoe belangrijk deze belangenorganisatie is. Als nu ook die weigerambtenaren worden afgeschaft geloof ik weer een klein beetje in het liberale gedachtengoed.
Beste Nel Hoogmoed, Op 07-08-2011 heeft u de petitie 'Voorlichting over homoseksualiteit op elke school' ondertekend als 'Nel Hoogmoed' uit ' Huizen'. U heeft aangegeven op de hoogte te willen blijven van de voortgang van het initiatief met maximaal drie mails. Namens de petitionaris stuurt Petities.nl u het 1e voortgangsbericht. Stuur uw reactie op het onderstaande niet naar petities.nl, maar naar de petitionaris op jwbruin@coc.nl. Beste ondertekenaar, Het is gelukt! Na jarenlange inzet van het COC, wordt voorlichting over homo- en transseksualiteit vanaf schooljaar 2012-2013 verplicht op elke school in Nederland. Minister Van Bijsterveldt (OCW) maakte dat op 16 november bekend tijdens een debat in de Tweede Kamer en heeft het inmiddels per brief bevestigd. Dat is een geweldige overwinning. Vooral voor lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LHBT) leerlingen, die het op school vaak zwaar hebben. Deze overwinning is mede aan jou te danken, want jij tekende de afgelopen maanden de petitie Voorlichting over homoseksualiteit op elke school. Ik wil je daarvoor hartelijk bedanken! Het COC kan niet zonder steun van mensen zoals jij. Misschien wil je ons daarom vaker steunen, bijvoorbeeld door lid te worden of met een donatie. Om scholen homo- en transvriendelijker te maken, hoeven we trouwens niet te wachten tot het volgend schooljaar. Aanstaande vrijdag, 9 december, organiseert COC's Gay-Straight Alliance netwerk voor de tweede keer Paarse Vrijdag, dé dag tegen homo- en transfobie op school. Vorig jaar deden 50 duizend scholieren en sympathisanten mee. Draagt jij op 9 december ook paars tegen homo- en transfobie op school? Meer informatie op http://gaystraightalliance.nl en op YouTube () . Hartelijke groet, Vera Bergkamp Voorzitter COC Nederland

Wednesday, November 30, 2011

Christine van Broeckhoven in de bibliotheek Huizen

Mooi plaatje van een vreselijke ziekte. Christine van Broeckhoven liet het zien tijdens haar lezing in de bibliotheek. Hoewel het de tweede keer was, dat zij Huizen bezocht, was er voor haar lezing veel belangstelling. Kennelijk zijn veel mensen geïnteresseerd in het wetenschappelijk onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. Dat is wel te begrijpen. Nu wij steeds ouder worden, maken we ook meer kans om de ziekte te krijgen. Want de ziekte van Alzheimer slaat vooral toe bij ouderen. De ziekte van Alzheimer heeft een paradoxale kant. Mevrouw van Broeckhoven begon ermee. Wij geven miljarden uit om ons lichaam gezond te houden. We eten gezond en rennen ons rot om het verval te bestrijden. Kanker en hart- en vaatziekten, doodsoorzaken nummer een en twee, zijn steeds vaker te genezen. Daarom worden wij steeds ouder. Omdat de ziekte van Alzheimer een ziekte is van de ouderdom, lijden steeds meer mensen aan deze ziekte. Voorlopig is er nog geen zicht op beterschap, vertelde Christine van Broekhoven, de Vlaamse genetica, die zo treffend over haar onderzoek kan vertellen. Het zoeken naar het gen dat Alzheimer veroorzaakt is als het zoeken van een speld in een hooiberg. Hoewel er internationaal goed wordt samengewerkt en snelle computers worden ingezet om DNA te vergelijken, weten we nog steeds niet waar het zit. We weten inmiddels wel dat hersencellen massaal sterven door Amyloide plakken en Taukluwen. We weten ook dat Alzheimer erfelijk kan zijn, omdat het in sommige families veel voorkomt. Maar daar stopt het. Er is geen medicijn tegen Alzheimer en er is ook geen therapie. Degene die het overkomt, moet het ondergaan. Er is meer geld nodig voor onderzoek, zegt mevrouw Van Broekhoven. Want Alzheimer moet gestopt. Dat vonden alle aanwezigen in de zaal ook. Ik ook. Maar ik ben er ook door verward. Want als we Alzheimer kunnen genezen, worden we nog veel ouder. Waar moeten we dan aan doodgaan in de toekomst. We willen immers alles stoppen, waar we pijn en verdriet van hebben. Leed en pijn horen niet bij ons bestaan. Daar hebben we geen tijd voor. We willen verder, hoger en sneller en dan altijd maar door. Alsof we de dood en het verval in de gordijnen kunnen jagen. Daar hebben we veel voor over. Wordt het niet tijd om af en toe stil te staan en ons te bezinnen op de grenzen van ons bestaan.

Thursday, November 24, 2011

Verhuizing

Vandaag betrekt mijn vriendin een nieuwe woning. De oude voldeed niet meer. Zij voelde zich er als een vreemde. Dat is wel anders geweest, maar sinds een paar maanden is er iets veranderd. Wat precies weten we niet, omdat we niet dagelijks komen. Maar sinds een paar maanden vraagt ze: "Woon ik hier?", als we haar na onze wandeling thuis brachten. Als ik het bevestigde, keek ze me niet begrijpend aan. Omdat ze het niet beter wist, liet ze het dan maar zo. Maar ik zag in haar ogen de vraag "waarom ik wel en jullie niet?" Waarom kan ik niet gewoon met jullie mee?" Ik voelde me een verrader. De hele middag had ik het idee gepropageerd van het gezellig samenzijn. En nu moest ik dat ruw verbreken. Jij hier en ik weg. Hartverscheurend was het om haar achter te laten. Maar nu gaat ze dus verhuizen. De familie heeft een nieuwe woning voor haar die beter past bij haar nieuwe situatie. Althans dat hopen we. Want zeker weten doen we het nooit, omdat we het haar niet kunnen vragen. Wij hebben ons zo goed als mogelijk proberen voor te stellen wat zij fijn zal vinden, waar ze weer rust zal vinden en zich niet zo ellendig alleen zal voelen. Ze krijgt een nieuwe grote kamer, ze krijgt een kamergenoot, lichte muren, en een grote huiskamer met veel lieve huisgenoten, waar ze mee kan zingen, muziek maken en andere leuke dingen doen. Het zal er vast veel gezelliger zijn dan in haar oude huis. Althans dat hopen we. Voor ons zal het wel even wennen zijn. Het huis waar ze gaat wonen staat nog wel op hetzelfde terrein, maar heeft een andere ingang. De vertrouwde ontvangst van de weekeind receptioniste zullen we moeten missen. Maar daar is wel een mouw aan te passen. Want als we naar buiten gaan, gaan we gewoon even langs, gedag zeggen. Ons gedrieën terugtrekken op haar eigen kamer zal moeilijker worden, omdat er ook een andere bewoner woont. Overigens hield ze daar toch al niet zo van de laatste tijd. Ze had vooral behoefte aan gezelschap, aan samen dingen doen en daar is nu ruimer in voorzien. Ze kan haar boeken en foto's meenemen en genoeg eigen spullen om vertrouwd te zijn. Dat is fijn. Misschien nog wel meer voor ons dan voor haar. Want het is steeds moeilijker om met onze vriendind ons gemeenschappelijk verleden vast te houden. Hoezeer we het ook steeds benadrukken. Gelukkig kunnen we nog samen de vertrouwde liedjes zingen. En nu het Kerst gaat worden zullen we daar veel gebruik van maken. Op de afdeling is vast een mooi versierde kerstboom met lichtjes. Vandaag heb ik de hele dag aan haar gedacht.

Friday, November 18, 2011

LITERATUUR met tien hoofdletters

Bestaat er nog literatuur met hoofdletters? Of misschien moet de vraag anders luiden: Wordt er nog literatuur met hoofdletters gelezen? Die vraag kwam op na het lezen van Het Nieuwer Testament van Hella Haasse uit 1986, de toekenning van de AKO literatuurprijs aan Marente de Moor en de discussie in Buitenhof tussen de schrijver P.F. Thomése, die de AKO prijs niet won, uitgever Joost Nijssen van Uitgeverij Podium en schrijver Henk van Straaten. Eerst maar eens beginnen met Een Nieuwer Testament van Hella Haasse. Zelf noemde de schrijfster het haar meest geslaagde boek. Wij lazen het voor de boekenclub, vonden het een knap boek met meerdere lagen en betekenissen, maar bleven zitten met de vraag of het ook een mooi boek was. Een ding wisten we zeker: dit was literatuur met hoofdletters. Want Literatuur met die hoofdletter mag kennelijk niet te simpel zijn; je moet ervoor werken. En dat hebben we gedaan met Het Nieuwer Testament en zo heeft het ons een heleboel gegeven.


De toekenning van de AKO Literatuurprijs aan Marente de Moor voor de Nederlandse maagd moet vriend en vijand verrast hebben. Volgens de kenners zou het moeten gaan tussen Jeroen Brouwers voor Bittere bloemen, Peter Buwalda voor zijn succesroman Bonita Avenue , en De Weldoener van P.F. Thomese. In geen enkele voorbeschouwing werd het boek van Marente de Moor genoemd. Volgens kenners van literatuurprijzen heeft de jury de zogenaamde eliminatiemethode toegepast. Thomése en Brouwers hadden al een keer de AKO prijs gewonnen en Arnold Grünberg die ook weer genomineerd was, zelfs al twee keer. Om het te geloven moet ik me verdiepen in de geestesgesteldheid van de juryleden. Dat is niet eenvoudig, want ik ken ze niet. Wie zijn Maarten Dessing, Frank Hellemans, Toef Jaeger, Kathy Mathys, en Fleur Speet. En wat hebben ze uitgespookt onder leiding van Ernst Hirsch Ballin? Ik kan me hoogstens verplaatsen in hun situatie. Ik denk niet dat ze de prijs niet wilden geven aan een eerdere prijswinnaar. Ik denk eerder dat ze het niet eens zijn geworden over de keuze tussen Brouwers, Buwalda en Thomése en toen een uitweg hebben gezocht. En zoals het wel meer gaat als er een besluit moet vallen met algemene stemmen, wordt het de smakeloze erwtensoep. Wel jammer dat de juryleden niet uit de school mogen klappen.


En vervolgens die idote discussie in Buitenhof. P.F. Thomése, die de prijs dus niet heeft gewonnen, had zich in de Albert Verweijlezing nogal druk gemaakt over de toeren die schrijvers willen uithalen om verkocht te worden. Geen kans voor de Literatuur met een grote L vond hij, als de auteur zich niet als een clown wil gedragen. En meestal gaat dat niet samen. Je ziet Hella Haasse niet bij Matthijs van Nieuwkerk zitten in het blauwe licht van de schijnwerpers om het Nieuwer Testament te verkopen. Maar goede literatuur vindt zijn liefhebbers wel, denk ik. Daar helpen geen prijzen en grote oplagen tegen.

Saturday, November 12, 2011

Muziek en dementie

Nu mijn vriendin steeds moeilijker te benaderen valt met gewone woorden, moeten we noodgedwongen terugvallen op andere vormen van contact. We wandelen, haar zoon en zij gooien met een bal, wij schrijven en tekenen in haar boek en af en toe voeren we spookgesprekken. Maar ze verliest gauw haar aandacht en wil dan wat anders. Dat gebeurt niet met muziek. Muziek werkt rustgevend. Mijn vriendin is altijd heel muzikaal geweest. Ze speelde veel piano en heeft jarenlang in een koor gezongen. Ze bezit een heldere, klaterende sopraan, waar ik erg van kan genieten. Keer op keer verbaas ik me erover hoe blij ze wordt als we samen zingen, als haar zoon piano voor haar speelt of als we een concert bezoeken. De woorden van bekende liedjes schieten haar nog maar zelden te binnen, maar melodieën komen en gaan spontaan. Dikwijls hoor ik haar zachtjes neuriën als we uitgesproken zijn. Als ik dan inval, lacht ze naar mij en voelt het heel vertrouwd. Soms treffen we haar in de huiskamer van het huis waar ze woont in haar eentje naast een muziekapparaat. Ze luistert aandachtig naar de klanken uit het dooie ding en geniet zichtbaar. Wat doet muziek met iemand die niet meer met twee benen in het leven staat, vraag ik me af. Is het soms de herinnering aan iets dat altijd in haar leven was. Dat het leven kleur gaf. Muziek heeft een rustgevende invloed op haar roerige geest, dat is duidelijk. Maar hoe komt dat? Is het een technisch neurologische aangelegenheid, waarbij de klanken herinneringen oproepen aan iets dat altijd is geweest. Of is het toch gewoon het gezellig samenzijn in de recreatiezaal, een beetje babbelen, een kopje koffie, een advocaatje en een muziekje? Jammer genoeg kan ik het mijn vriendin niet vragen. Ik kan alleen zien dat ze een beetje de oude wordt als ze zingt of luistert, dat ze er rustig en blij van wordt. Ik heb me voorgenomen op zoek te gaan naar de achtergrond en ga in dit weblog de uitkomst van mijn speurtocht verhalen. Kun je nog zingen zing dan mee.

Sunday, November 06, 2011

Houdt Jan wel van vrouwen?

In Singer Laren bezochten wij op een gewone dinsdagmorgen de tentoonstelling van honderd werken van Jan Sluijters (1881-1957). We hoopten op een rustige rondgang langs de schilderijen, maar dat was ons niet gegeven. Ik heb nooit kunnen bevroeden dat Sluijters zo bekend is bij het vaste bezoekerspubliek van Singer. Het leek alsof er bussen fitte vutters waren aangevoerd. Nou ja fit?! Omdat ik nog revalideer van mijn heupoperatie dacht ik dat een rolstoel het kijken zou vergemakkelijken, maar dat was niet zo. Het laveren en regelen tussen de andere rolstoelen en rollators overschaduwde het kijkplezier. Vandaar dat ik de laatste zalen deed op mijn krukken. Sluijters schilderde heel veel vrouwenportretten net als zijn tijdgenoten Kees van Dongen (1877-1968), Isaac Israels (1865-1934) en Breitner (1857-1923). In Singer hangen er vele, uit alle perioden en in vele stijlen. En omdat er ook een zaal is waarin werk van Sluijters hangt naast werk van tijdgenoten, kun je goed vergelijken. Ik had dat nodig, want het tentoongestelde werk zei me niets. Ik houd van vrouwen en van de vrouwenportretten van Van Dongen en Israëls, maar hier moest ik af en toe griezelen en de blik afwenden. Waarom schilderde Jan Sluijters keer en op keer weer vrouwen en waarom maakte hij ze zo foeilelijk, soms zelfs dierlijk lelijk. Wat wilde hij ons laten zien?. Ik keek en ik keek en vergeleek met een prachtig jonge meisjes portret in grijs en blauw van Kees van Dongen, maar kwam er niet achter. Dus ging ik thuis op zoek naar een verklaring. Sluijters was een zoeker, las ik. Hij ging te rade bij tijdgenoten, staat er. Ook bij Leo Gestel, met wie hij goed bevriend was en bij Mondriaan. Er hangt een kleurig landschap bij avondlicht dat doet denken aan een van de spannende Gein landschappen van Mondriaan. Maar nergens lees ik iets van kritiek op de vrouwenportretten. Ik vrees dus dat het aan mij moet liggen. Zijn vrouwen zijn de mijne niet.

Tuesday, November 01, 2011

Ik heb u lief mijn Nederland

De Nederlandse politiek heeft zichzelf weer eens gered. Dat die redding ten koste gaat van mensen maakt allang niet meer uit. De 18-jarige Mauro mag hier vorlopig blijven met een zogenaamd studievisum. De mastodont Lubbers heeft zijn partij geholpen door mee te werken aan deze typisch Nederlandse polderconstructie. Nog even de achtergrond. De Angolese jongen Mauro is een AMA, een Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker. Mauro kwam op negenjarige leeftijd naar Nederland zonder ouders. Hij kwam niet in aanmerking voor een definitieve status, omdat het in zijn land van herkomst niet onveilig genoeg is. Dus kreeg hij een tijdelijke vergunning die nog een aantal keren verlengd is en onderwijs en opvoeding. Nu hij achttien is, is hij geen AMA meer en moet hij terug naar Angola. Kennelijk vinden heel veel politici dat niet humaan en proberen zij of Mauro hier kan blijven. Mauro heeft een gezicht gekregen. Maar er zijn heel veel Mauro's met wie hetzelfde gebeurt. En in het poldercompromis dat nu achter gesloten deuren wordt gesloten staat nadrukkelijk dat al die andere AMA's geen gezicht mogen krijgen en wel terug moeten. Hoe verzin je het? Ik heb altijd gedacht dat als een wet niet meer voldoet, de wet veranderd kan worden. Maar kennelijk niet in dit kikkerland waar sinds Wilders geldt dat "regel regel is". Bleef die kreet van "regel is regel" nu maar beperkt tot Den Haag. Maar regel is regel wordt toegepast door heel veel bange mensen die niet zelf na kunnen denken. Een voorbeeld uit mijn kleine familiewereld. Youn, de kleinzoon van Ger, de zoon van Elise en Marc, was deze zomer zeven weken in Frankrijk, het geboorteland van zijn moeder. Hij heeft het erg naar zijn zin gehad. Tot genoegen van zijn vader en zijn moeder heeft hij er veel Frans gesproken, waardoor de bodem voor zijn gewenste tweetaligheid is gelegd. Toen hij terugkwam in Nederland en naar zijn creche ging constateerden de leidsters dat zijn Nederlandse woordenschat tekort schoot. Onze klein Youn is 22 maanden! Pa en Ma moesten op het matje komen. Het moesten wel vijftig woordjes zijn. Die kende hij misschien ook wel, maar niet allemaal in het Nederlands. Ook onze kleine Youneman heeft maar een hoofd waar al die woordjes in moeten. Komt wel goed, lachten wij. Maar niet de leidsters van de creche. Want onze kleine Youneman antwoordt nog steeds in het Frans als men hem in het Nederlands iets vraagt. Zijn Nederlandse woordenschat is nog niet toegenomen en Franse woorden tellen kennelijk niet. Hoe verzin je het, vraag ik me ook in dit geval af.

Wednesday, October 26, 2011

Einde weigerambtenaren

Het bericht was gisteravond de opening van het Journaal. De PVV, nota bene de PVV, schande aan allen die zich liberaal noemen en VVD stemmen, gaat een einde maken aan het bestaan van weigerambtenaren. De tranen schoten me spontaan in de ogen. Kennelijk heb ik me er drukker over gemaakt dan ik wil toegeven. Het gegeven dat ambtenaren van de burgerlijke stand mogen weigeren een huwelijk te sluiten tussen twee mensen van gelijk geslacht, als ze daar gewetensbezwaren tegen hebben, voelde ik als rechtstreekse en persoonlijke discriminatie. Ik wil helemaal niet trouwen en al helemaal niet getrouwd worden door mensen die mijn geaardheid een gruwel vinden, maar weggezet worden raakte me diep. Ik kon me maar niet voorstellen dat rechtgeaarde democraten daar nog begrip voor op konden brengen. Er is niets en dan ook helemaal niets dat het weigeren rechtvaardigt. Maar we zijn er nog niet! Want als dit kabinet volhardt in haar dommigheid, moet de kamer een initiatiefvoorstel indienen en dat gaat tijd en energie kosten. Het zou mevrouw Van Bijsterveldt sieren als ze het signaal oppakt en zonder morren uitvoert. Goed uitleggen aan de achterban, dat mensen die niet dol zijn op christenen hun toch ook hun huwelijk gunnen.

Tuesday, October 25, 2011

Kunst van de straat in Huizen(5)

Vanmorgen zag ik in Kunstuur beeldhouwer Hans van Houwelingen over zijn opvallende beeld van Dr. Lely op het grote plein in Lelystad. Het enorme beeld van bazalt, kiezels en wrakhout met bovenop een copie van het beeld van Dr. Lely van Marie Andriessen is er gekomen na een lange discussie tussen gemeentebestuur en bevolking. Het gemeentebestuur wilde met dit enorme beeld Lelystad verlossen van het imago van die suffe, mislukte stad in de Polder. De bevolking zag het aanvankelijk in het geheel niet zitten. Veel te groot en met zo'n klein mannetje bovenop, dat je nauwelijks kon zien. En toen het volk om was, liet het gemeentebestuur het idee los. Misschien toch te groot en te duur. Na lange en soms felle discussies heeft men elkaar in 2002 gevonden en het beeld staat er nu en valt niet meer te ontkennen. De kunstenaar ziet de discussie als onderdeel van het scheppingsproces. Kunst in de openbare ruimte moet de vinger opsteken, zegt hij. Zonder discussie is zo'n beeld een zielloos object.

Sinds twee weken staat in ons schone dorp Huizen aan de Zuiderzee een vissersmonument van kunstenaar Michiel Linders. Het beeld is een hommage aan de stoere vissers van Huizen die in de vorige en het begin van deze eeuw met noeste arbeid de armoede van zich afschudden. Als het beeld al aanleiding tot discussie heeft gegeven, heeft die zich in de achterkamer afgespeeld. Hetzelfde dreigt nu te gebeuren met een beeld van een melkmeisje dat op het Oude Raadhuisplein moet komen. Het melkmeisje is het wapen van Huizen en refereert aan het agrarisch verleden van het dorp, Wethouder Janny Bakker heeft de komst van het beeld al een aantal keren aangekondigd als onderdeel van haar toeristisch beleid. Zij heeft er zelfs al een schets van gegeven. Wat haar betreft moet het een zittende vrouw worden en komt het te staan op het Oude Raadhuisplein, midden in het dorp. Maar wat er nu verder gebeurt is een raadsel. In ieder geval zal het wat de wethouder betreft geen beeld worden dat discussie oproept. Althans, tot nu toe wijst niets erop. Discussies worden in dit dorp trouwens zelden in het openbaar gevoerd. Het wordt een zittende vrouw waar je gezellig naast kunt gaan zitten. Het zal niemand schokken, maar misschien ook niemand aanspreken. Is dat niet een gemiste kans. Kan het niet spannender als je Huizen echt op de kaart wilt zetten??

Friday, October 21, 2011

Onze jongens

Afgelopen weekeinde werd het Nederlands honkbalteam wereldkampioen en Li Jao Europees Kampioen tafeltennis. Het werd breed uitgemeten op televisie. Ons nationaal ego werd aangenaam gestreeld. Wij allemaal op de stoelen. De regering stuurde zelfs gelukstelegrammen. Namens wie eigenlijk? Zou gedoogpartner de PVV mee ondertekend hebben? Dan moeten de jongens en meisjes van Wilders zich toch wel eerst op de kop gekrabd hebben. Want het Nederlands honkbalteam bestaat voor een groot deel uit jongens van de Antillen en Li Jao is net zo Nederlands als haar naam doet vermoeden. Al die witte landgenoten die PVV stemmen, zouden die begrijpen dat we op sportgebied een klein landje zijn en als we onze grenzen sluiten, zoals zij graag willen, dat ook zouden blijven. Nee. natuurlijk snappen ze dat niet, anders zouden ze geen PVV stemmen. Ik heb met heel veel plezier gekeken naar de verrichtingen van de honkballers in Panama. Dat sport verbroedert weet ik al sinds mijn jonge jaren toen ik in Den Haag zelf sportte met mensen uit andere windstreken. Ik softballde met repatrianten uit Nederlands Indië en basketballde met Surinamers. Het heeft mijn angst voor de vreemdheid bestreden en mijn blik op de wereld verbreed.

Saturday, October 15, 2011

Fatsoen in de Politiek

Fatsoen en Politiek. Zijn die twee begrippen wel te verenigen. Je zou het niet zeggen na het gekrakeel in de laatste Algemene Beschouwingen. Wilders zette de toon en de rest kefte lustig mee. Cohen, de fractieleider van de PvdA hield zijn mond en dat leek hij even duur te moeten bekopen. Zijn partijvoorzitter wachtte een terugblik niet af, maar luchtte in de Volkskrant haar gemoed. De media waren er als de kippen bij om het einde van Cohen aan te kondigen. Knap eigenlijk dat de rest van de fractie pal achter hem bleef staan.

Zondag zag ik in Buitenhof Cohen uitleggen wat er was gebeurd. Dat was bepaald niet gemakkelijk, omdat gespreksleider Peter van Ingen voortdurend de zwakke plekken in de verdediging zocht. Maar Cohen bleef rustig en hield het overzicht. Hij legde uit dat hij niet van plan was om mee te doen aan het geschreeuw in de politiek. Als hij geen gelegenheid krijgt om zijn politieke punten uit te leggen, houdt hij zijn mond. Zo simpel is het. Gisteren zat zijn opvolger in Amsterdam bij Matthijs van Niekerk en die sprak zijn steun uit. Dat werd overigens ook weer gezien als een teken van zwakte, omdat je als "leider" kennelijk ook alleenheerser moet zijn.

Hoe moet dit nu verder met deze nette man in de slangenkuil van de politiek. Toen het Slowaakse parlement tegen de uitbreiding van het Europees noodfonds stemde en de socialistische oppositie steun verbond aan de val van het kabinet, zag ik de oplossing. En toen de kefferige, arrogante Stef Blok gisteren liet weten dat deze kaalslagcoalitie van hem nog zeven jaar mag zitten, dacht ik dat het fatsoenlijk zou zijn om ze een beschaafde poep te laten ruiken. Wat is er mis met ruilhandel? Steun voor de AOW en de Europaplannen in ruil voor de val van het kabinet? Ik zou het wel weten!

Wednesday, October 12, 2011

Als je niets te zeggen hebt

In de lange voorjaarsvakantie in Frankrijk las ik De Koning Buigt de Koning Moordt van Herta Müller. Niet een gemakkelijk boek, want een geladen boek. Ieder woord is op een goudschaal gewogen en je kunt de essays alleen begrijpen als je de tijd ervoor neemt. Dat heb ik gedaan, maar zelfs nu nog weet ik niet wat de titel precies betekent. Dit mag de lezer opvatten als een oproep om me uit de droom te helpen. Er zijn vast wel Herta Muller genieters onder de lezers van dit weblog. De Koning Buigt de Koning Moordt. Gaat het soms om onkenbaarheid?

Herta Muller vindt dat je beter je mond kunt houden als je niets te zeggen hebt. Haar oproep wordt slecht verstaan, bedenk ik me keer op keer, als ik naar de televisie kijk. Wat wordt er oeverloos veel gepraat en weinig gezegd. Gisteren keek ik naar Gerd Leers in Pauw en Witteman die kwam uitleggen wat hij wel gezegd, maar niet bedoeld had of omgekeerd. Zou zo'n man zich niet schamen? Of heeft hij geen vrouw of kinderen die hem tot de orde roepen?

Kennelijk bestaat in de politiek, en die strekt zich helaas verder uit dan Den Haag, het foute idee dat je populariteit afhankelijk is van het aantal woorden dat je spreekt. In mijn ambtelijke carriére riep een van de wethouders die ik diende, dat hij niet in de politiek was gegaan om zijn mond te houden. Maar had zijn moeder hem niet eerst tellen kunnen leren. Mijn moeder zei altijd, tel tot tien voordat je iets zegt. Nu ik dat doe, besluit ik het het zwijgen ertoe te doen.

Thursday, October 06, 2011

Haar stille wereld














Ships fade away: Mijn vriendin die Alzheimer heeft verdwijnt steeds verder in een wereld die ik niet kan kennen. Ik heb het er moeilijk mee. Natuurlijk heb ik al die tijd beseft dat dit zou gaan gebeuren. Maar nu het zo ver is, ben ik mijn houvast kwijt. Bij de laatste bezoeken aan haar was het bijna onmogelijk om contact te maken. Ze lacht nog steeds even vriendelijk als je haar iets vraagt of zegt, of haar hand pakt. Maar antwoordde ze vroeger nog wel met sociaal wenselijke frases, nu kijkt ze je alleen nog aan met grote, vragende ogen, waarin te lezen staat "als jij het zegt, zal het wel zo zijn!" Ze verdwijnt steeds verder in haar eigen wereld die voor mij niet te kennen valt. Het grote verdriet is dat ze in die wereld niet gelukkig is. Ze vindt er geen rust. Ze dwaalt zoekend over de gangen van het huis en maakt andere bewoners aan het schrikken met haar onvoorspelbaar gedrag. Allen die haar lief hebben, hebben het vreselijk met haar te doen.

Mijn voorstellingsvermogen schiet te kort om ook maar enigszins te begrijpen wat er achter de wazige blik in haar ogen speelt. Ik zie de contouren van mezelf in haar blik en probeer met haar mee te kijken. Als ik haar toelach, lacht ze terug. Dan lijkt het even op mijn vroeger, maar het hare is er niet meer. Ze leeft bij het hier en nu en ik ben daarin niets meer en niets minder dan een toevallige passant. Iemand die even afleiding brengt en haar een tijdelijk doel geeft. Zij weet dat ze iets met me moet, als ik haar voorstel wat we gaan doen. Maar na een kort moment van rust, gaat ze weer op zoek. Ze wijst naar schaduwen en schimmen in de verte. Is het daar misschien? Daar is het ook niet, probeer ik haar duidelijk te maken. Ten einde raad breng ik haar terug naar het huis dat haar huis niet is. "Moet ik daar naar binnen?", vraagt ze dan. Als ik afscheid neem in de huiskamer, kijkt ze me niet begrijpend aan. Het troost haar niet meer als ik zeg dat ik over twee weken terugkom. Hoe nu verder?

Saturday, October 01, 2011

Kanjers in de zorg

Afgelopen week was ik gedwongen ervaringsdeskundige in de zorg. Ik heb in het Diakonessenhuis in Zeist een tweede kunstheup gekregen. Voordat het zover was had het nogal wat voeten in de aarde. Overigens had ik die zelf omgewoeld, omdat ik bij de vorige heup een bacteriele infectie had opgelopen en ik wilde voorkomen, dat dat nog een keer gebeurde. Voor mijn keus heb ik dus alle lijstjes gebruikt die er verschijnen over de kwaliteit van de zorg en dan speciaal voor het onderhoud van het bewegingsapparaat. De eerste keus werd een gespecialiseerde, particuliere kliniek, die behoorlijk aan de weg timmert. Maar toen ik me daar meldde, wilden ze me niet hebben. Niet vanwege de bacteriele infectie, maar wel vanwege een vermeende hoge bloeddruk.

Dus moest ik verder zoeken en kwamen die lijstjes goed van pas. Natuurlijk geven ze niet meer dan schijnzekerheid, maar het zoeken moet toch enigszins gericht worden. Ik kwam dus terecht in het Diakonessenhuis in Utrecht, omdat zij vierde op mijn lijstje van tien stonden, een korte wachttijd hadden en redelijk bereikbaar waren. Toen ik me daar meldde met mijn infectie en mijn vermeende hoge bloeddruk maakten ze geen probleem. Tegen infectiegevaar kunnen ze weinig doen en die bloeddruk houden ze tijdens een operatie wel onder controle.

Dus werd ik maandag opgenomen en geopereerd en ben ik vijf dagen later al weer thuis voorzien van de tweede kunstheup. "De wond ziet er goed uit en u kunt u aardig redden met krukken. Wegwezen dus!" Voor alle zekerheid hebben ze me wel een zak vol pijnstillers meegegeven en injecties tegen de trombose.

Ik moet het nu dus redden in mijn eigen omgeving met hulp van mijn vriendin en fysiotherapeut. Het ziekenhuis zal ik niet missen. Wel de zorg en aandacht van alle verpleegkundigen, die dag en nacht klaar staan om je poep, pies en kots op te ruimen, je op te vangen als je het even niet ziet zitten, je onzekere vragen willen beantwoorden, je tot de orde roepen als je te veel en te snel wilt, je aanmoedigen, een hart onder de riem steken, als je bij de pakken neer gaat zitten. Het deed me goed dat ik veel jonge verpleegkundigen aan mijn bed heb gezien.

Thursday, September 22, 2011

Huizer Week

Mooi eigenlijk zo'n Huizerweek met in het eerste weekeinde de Huizerdag in het Oude Dorp en in het tweede de Huizer Botterdagen in de Haven. Feest op het Oude Raadhuisplein en het Zuiderzee Jazz festival. Voor tussendoor de tentoonstelling van de grote werken van Pieter Hogenbirk en Peter Kos in het Huizer Museum. Beide dagen trokken veel bekijks. En dat waren niet alleen Huizers. Veel mensen van buiten die weten dat het gevoel van gezelligheid weer even terug is. Het gemeentebestuur zou er blij mee kunnen zijn. Ik heb geen flauw idee hoe de discussie over verdeling van evenementengeld is afgelopen, maar de Huizerweek moet blijven!




De foto's zijn van Charlotte Fontein.

Friday, September 16, 2011

Alzheimer en euthanasie

Na het schrijven van Het is zoals het Is over de vriendschap met mijn goede vriendin die Alzheimer heeft, word ik door velen gevraagd naar mijn standpunt over euthanasie bij Alzheimer. Tot nu toe moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik weet het doodgewoon niet. Niet voor mijn vriendin en al helemaal niet ten aanzien van mijzelf. Ik vind het een allesomvattende vraag over leven en dood en daarover ben ik nog lang niet uitgedacht. Je zal er maar voor staan!

Tegenwoordig mag er openlijk gesproken worden over de toepassing van euthanasie bij een beginnende ziekte van Alzheimer. Zodra de diagnose is gesteld en de patient zelf kan aangeven dat hij de ziekte niet wil “meemaken”, kan hij een arts verzoeken een eind aan zijn leven te maken. Algemeen wordt geaccepteerd dat de ziekte van Alzheimer ondraaglijk lijden veroorzaakt. Maar is dat ook zo?

Het begrip “ondraaglijk lijden” is in het geval van Alzheimer nogal tijdgebonden, bewijst socioloog Hugo van der Wedden in een lezenswaardige analyse van ziekte en lijden bij de ziekte van Alzheimer. Hij stelt de vraag waarom cognitieve degeneratie in de ouderdom, ooit een normaal, haast vanzelfsprekend fenomeen, veranderd is in een ernstige hersenziekte? Welke ontwikkelingen liggen daaraan ten grondslag?

Hij gelooft dat de ziekte van Alzheimer om cognitieve degeneratie in de ouderdom een mal heeft gevormd die op een comfortabele wijze aansluit bij onze westerse beleving van het leven. Het lijden van Alzheimerpatiënten kun je grotendeels sociaal duiden. Mensen verliezen de controle over hun drifthuishouding en voldoen steeds minder aan de geldende gedragsstandaard. Het is schaamtevol om telkens door de mand te vallen en niet meer aan de verwachtingen te kunnen voldoen. De angst om in aanzien te dalen en liefde te verliezen, zoals Norbert Elias een gevoel van schaamte omschrijft, is buitengewoon reëel. Vrienden haken af. Patiënten worden door hun partners binnengehouden om gezichtsverlies te voorkomen. Buitengewoon pijnlijk voor de patiënt is de wetenschap dat hij in de nabije toekomst een ernstige last zal zijn voor zijn naasten.

De verschuiving in het denken over euthanasie en Alzheimer kan worden gezien als het resultaat van een emancipatoir proces. Vroeger noemden we opa en oma seniel of kinds en plaatsten we ze in een hoekje, waar ze geen kwaad konden doen. Nu heeft de Alzheimerpatiënt een stem gekregen en naar die stem wordt steeds vaker geluisterd. We lezen in boeken en zien in films hoe verschrikkelijk de aftakeling is. Tegelijkertijd speelt de kwaliteit van de ouderenzorg een belangrijke rol. Door vergrijzing en het krimpen van de beroepsbevolking is onze cultuur van zorguitbesteding praktisch onhoudbaar. Binnen deze context heeft euthanasie als gevolg van Alzheimer veel weg van een cultureel pragmatische oplossing: de patient een eervolle dood, de naasten de vrijheid om te leven.

De beginnend Alzheimer patient die de dood verkiest, ontloopt de schaamte en het verlies van aanzien dat met dementie gepaard gaat. Men laat wellicht het leven, de eer blijft behouden, net als de liefde en de achting van de naasten. Dat euthanasie binnen onze cultuur als moedig en aanzienswaardig wordt gezien versterkt dit beeld. Een waardige dood komt recht tegenover een leven te staan dat zich kenmerkt door een verlies van status.

In Het is Zoals het Is laat ik mijn eigen worsteling zien met de gevolgen van de ziekte in de vriendschap met een dierbare die zich steeds verder terugtrekt in een voor mij onbegaanbare wereld. Het behoud van de vriendschap heeft mijn denken over leven en dood totaal op zijn kop gezet. Zoveel weet ik zeker. Ik heb altijd wel geweten dat aftakeling onlosmakelijk bij het leven hoort. De cirkelgang van het bestaan. Regelmatig doet het gedrag van mijn vriendin me denken aan de kleinkinderen.

Monday, September 12, 2011

Kleurrijke Huizerdag


De Huizerdag is voor Huizers! De Huizerdag verbroedert. Veel mensen aan de kraam die wilden vertellen over hun jeugd in Huizen, waar ze school waren gegaan, waar ze speelden. Veel belangstelling voor de verjaarskalender met mooie oude foto's. Veel vragen over behoud van het karakter van het Oude Dorp. Nog steeds veel ontzetting over de sloop van de zogenaamde Van der Roest panden.

Voor ons in de kraam was het ook kleurrijk, want aan de overkant stonden mensen van de stichting MauTeri, die aandacht vroegen voor de "vergeten eilanden" in de zuidwest hoek van de Indonesische archipel en die heerlijke sateh verkochten. Ook kleurrijk was het weer, want sinds lange tijd scheen de zon weer eens.

Een kleurrijke dag, maar toch ontbrak er wat. Wij stonden aan het einde van de Achterbaan tegenover het Huizer Museum. Daar liep het af. Mensen konden niet een rondje lopen bijvoorbeeld door de Hellingstraat naar Zeeweg en Voorbaan. Dat zal wel iets te maken hebben met de verkeersafwikkeling, maar voor het gevoel was het niet rond. En ik heb de muziek gemist. Ik kan me jaren herinneren dat er dweilorkesten, chantikoren, fanfares rondliepen. Willen ze niet meer of hebben ze de Achterbaan niet gevonden.

Op naar de Botterdagen van 16 en 17 september a.s.

Tuesday, September 06, 2011

De laatste zomergast

Als de zomergasten zijn vertrokken is de winter nabij. Een blik naar buiten waar de regen zwiept tegen de ruiten bevestigt mijn sombere vermoeden. Tijd voor een terugblik? VPRO's zomergasten vormden lange tijd een van de hoogtepunten van het televisieseizoen. Maar de laatste jaren is dat veranderd. Dat ligt aan de presentatoren, die je in dit verband trouwens gastheren moet noemen. En het zijn van gastheer vraagt bijzondere kwaliteiten, die niet iedereen van nature heeft.

Het begon met Joris Luyendijk die veel beter met de pen is dan met de microfoon. Maar van de laatste drie was hij duidelijk de beste, omdat hij de vinger op zere plekken kan leggen. Het dieptepunt was Margriet van der Linden, die erbij zat alsof het haar allemaal te veel was. En nu twee jaar Jelle BC. Wij hadden er veel van verwacht. Zijn reportages uit het uitgestrekte Rusland hebben wij met veel plezier bekeken, omdat hij regelmatig bij vreemde figuren met een verhaal op bezoek ging. Maar zittend achter een tafel met microfoon is Jelle niet veel meer dan een aardige jongen. Daar is overigens niets mis mee als de gast zelf wat te vertellen heeft. De uitzending met mevrouw Lilian Goncalves had geen gastheer nodig. Maar als de gast in toom gehouden moet worden, zoals Guy Verhofstad of een kritisch weerwoord moet krijgen, zoals Dick Swaab, is het kinderlijk aardige niet meer dan aandoenlijk.

Volgend seizoen dus maar weer eens een ander proberen, zou ik zeggen. En ik ga hier niet zeuren over de terugkeer van Peter van Ingen of Adriaan van Dis, alhoewel ik wel geniet van die ijdeltuiten die er altijd iets van willen maken. Er zijn nog veel meer ijdeltuiten. Wat te denken van Hans G. die nu Andere Tijden presenteert?

Thursday, September 01, 2011

Met dank voor het aangenaam verpozen

Eindelijk weten we in Huizen NH wat het is, een dorp met een dorpsplein!
Het dorp waar ik nu al bijna veertig jaar woon heeft eindelijk een echt dorpsplein. De ruimte was er al, maar het was kaal, ongezellig en met uitzondering van marktdag helemaal leeg. Na de opknapbeurt is het oneindig veel beter. Vooral overdag. Er spuit speels een fontein, er staan fiere bomen, er zijn terrassen waarop het goed toeven is. Het heeft lang geduurd, maar nu is het er ook. Zodra de zon zich laat zien in deze kille natte zomer zitten de terrassen vol en klinkt de schaterlach van de schoolkinderen die spelen met het water. Niks te klagen? Natuurlijk wel. Anders had ik dit stukje niet geschreven. De loftrompet steken laat ik anderen over. ´s Avonds en op zondag is het plein nog even verlaten als het altijd is geweest. En nog steeds is er niet een fatsoenlijk café waar je je vrienden mee naartoe kunt nemen. Dat is nog wel te overkomen. Ergerlijker is de troep die de schooljeugd achterlaat na de middagpauze. Op woensdag rond twaalf uur hebben we er een foto van gemaakt. Het plein is van ons allemaal! Het is leuk dat de jeugd ook geniet van de gezelligheid. Maar dan moet het toch ook een kleine moeite zijn om even je rotsooi op te ruimen, als je weer naar school moet. Kom joh, gewoon even opruimen. En als dat toch te moeilijk is, is het dan niet een idee dat leerkrachten raddraaiers bij wijze van taakstraf het plein laten opruimen. Vuilniszak mee, want aan afvalbakken is een groot gebrek.

Friday, August 26, 2011

Spiegeldoos

Toen ik nog jong was en vol levenslust, verzuchtte ik dikwijls dat het leven me te snel ging om het te echt te beleven. Ik dacht toen dat de oplossing zou zijn om mijn rug naar de toekomst te keren en veel terug te kijken. Ik begon met het schrijven van mijn dagboeken. Maar het leven raasde voort en voort en voort. Vaak holde ik er hijgend achteraan.

Nu ik ouder ben en de grens van vijfenzestig gepasseerd, heb ik alle tijd om achterom te kijken. Dat doe ik graag en dikwijls met hulp van mijn dagboeken en mijn foto's. Natuurlijk weet ik drommels goed dat er ook een toekomst is met aan de horizon het levenseinde. Je moet wel stekeblind zijn of horend doof om dat weg te stoppen of te negeren. De tijd die rest zal het leven wel invullen.

Maar het is niet eenvoudig om aan dat levenseinde een vorm te geven, merk ik, nu ik aan de slag ben met de Uitbox van Swaab. Ik moet nu allerlei vragen beantwoorden, waar ik nog niet over nagedacht heb en waar ik het antwoord niet op weet. Wil ik mijn lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap of wil ik mijn werkende organen doneren? Wil ik euthanesie of palliatieve sedatie? Wat moet er met foto's, mijn dagboeken, de kunst aan de muur als ik er niet meer ben? Ik zal u de rest van mijn vragen besparen.

Wat ik wel merk is dat het denken en het praten over het einde het leven op een verrassende manier verrijkt. Dat terugkijken gebeurt nu als het ware vanzelf. Want om die vragen te beantwoorden, moet je eerst weten wat belangrijk voor je is. En nu er ook een spiegeldoos in de maak is om al die waardevolle antwoorden in op te bergen, vallen leven en dood samen in een beeld.

Sunday, August 21, 2011

Ze is er nog


Nog steeds gaan we iedere veertien dagen bij haar op bezoek. We hanteren voor die bezoeken een vast patroon. Bij binnenkomst in het huis maken we een praatje met de mevrouw van de receptie, die ons iedere keer blij begroet. "Ik ben aan jullie gehecht geraakt", zei ze de laatste keer. Wij aan haar. Als er nieuwtjes zijn, vertelt ze ze ons. Van haar hoorden we dat er een nieuwe muziektherapeut is. Vroeger toen Fransje nog veel meer uithuizig was, kon ze ons haarfijn uitleggen aan de hand van het GPS-systeem waar onze vriendin uithing. Dat hoeft nu niet meer. Fransje heeft wat rust gevonden. Meestal loopt ze al op de gang als wij haar afdeling betreden. Gisteren leek het zelfs even of ze ons had verwacht. Er trok een brede glinmlach over haar gezicht, toen ze ons ontwaarde in de deuropening.

Nadat we op haar kamer haar wandelschoenen hadden aangetrokken en we naar de wc waren gegaan, konden we vertrekken. Het klinkt simpeler dan het in werkelijkheid is, maar waarom moeilijk doen? We zijn blij elkaar te zien en laten ons dat plezier door kleine tegenslagen niet afnemen. Buiten steken we de armen in elkaar en wandelen in een stevig tempo naar ons stamcafé. We hebben wel eens overwogen elders het vertier te gaan zoeken, maar voor onze vriendin is dat niet nodig. Haar appeltaart en verse jus d'orange smaken iedere keer als nieuw. Zij blij, wij ook blij.

Na het bezoek aan het stamcafé wandelen we terug. Op het bankje voor het huis, halen we de liedjes uit de rugzak om zingend de dag af te sluiten. Gisteren had ik twee nieuwe meegenomen: Het veer van Drs. P. en De Monniken op de heuvel van Jaap Fischer. Wij zorgen voor de tekst. Onze vriendin voor het heldere stemgeluid. Dit bevalt ons alledrie goed. Overigens vindt ze het gemakkelijker als ze niet naar de tekst op het blaadje hoeft te zoeken, maar de melodie mag zingen op haar eigen manier.

Gesprekken zoals wij die kennen, kunnen we niet meer voeren. Ze verwarren haar, omdat ze benadrukken wat ze niet kan. Maar gisteren ontspon zich een uitwisseling van zinnen, die verdacht veel leek op een gewone conversatie. Mijn vriendin wees ons op iets in de vijver en zei met een zekere stelligheid, dat ze dat niet meer wilde. Ik knikte wijs en antwoordde dat ik dat wel begreep. "Zou ik ook niet willen." Ze keek me tevreden aan. "Wie zou dat wel willen?", vervolgde ik. "Zou jij dat willen?", vroeg ik aan Die Dritte im Bunde. Natuurlijk wilde die het ook niet. "We willen een heleboel wel, maar dit niet." En zo kabbelde het gesprek nog een poosje voort, totdat het verdrietige moment was aangebroken om afscheid te nemen. We verzekeren elkaar dat we er over veertien dagen weer zijn.

Tuesday, August 16, 2011

Een mevrouw waar je U tegen zegt

Jelle Brandt Corstius, tweede jaars gastheer van Zomergasten, had tevoren geen afspraak gemaakt met zijn gast van afgelopen zondag over het tutoyeren. De hele avond heeft het hem dwars gezeten. Hij was al op weg met "U", toen hij haar vroeg wat zij wilde. Na wat heen en weer gepraat, besloten ze elkaar te tutoyeren. Hij kwam er tijdens de uitzending achter, dat ze daar iets te groot voor was. Overigens heeft zij er geen last van gehad. Zij lachte minzaam bij het geschutter van haar jonge gastheer.

Het was een echte Zomergastenavond zoals die oorspronkelijk bedoeld is. De fragmenten leren ons de gast kennen. Net zoiets als "toon me uw boekenkast en ik weet wie u bent". Deze minzame, erudiete mevrouw, die zo duidelijk kan uitleggen waar de Raad van State voor bedoeld is, houdt van mensen die een droom koesteren. Ze begon met een fragment uit Fitzcarraldo van Werner Herzog over Brian Sweeney Fitzgerald oftewel ‘Fitzcarraldo’. die bevangen is door het idee een operahuis te bouwen in zijn Peruaanse woonplaats Iquitos, zodat de grote operazanger Caruso daar ooit eens zou kunnen optreden. Haar keuzefilm was even verrassend, namelijk de omstreden Pasqualino Settebellezze, oftewel Seven Beauties uit 1975. Een waagstuk over wat men bereid is op te offeren om te overleven.

Dit is Zomergasten zoals ik het graag zie. Een gast die iets te vertellen heeft, die me aan het denken zet, met fragmenten die me verwonderen. En een interviewer of gastheer die niet in de weg zit.

Thursday, August 11, 2011

Eindeloos leven

Gisteren riep een futuroloog in Uitgesproken WNL dat niets een eindeloos leven in de weg staat. Ik spitste de oren net als de interviewer. Hij liet het de futuroloog herhalen. Zonder enige schroom verklaarde die, dat het wetenschappelijk mogelijk is om de dood over te slaan. Hoe onze wereld er dan uit zou zien kon hij moeilijk uitleggen. Daarvoor schoot zijn voorstellingsvermorgen tekort. Maar daar ging het hem ook niet om. Het kan! Hieperdepiep hoerah voor de waardevrije wetenschap.

Hoe is het toch mogelijk dat mensen zulke onzin blijven verkopen? In het journaal zien we Engelse kansarme jongeren plunderend en vernielend tekeer gaan. Hoe in de Hoorn van Afrika miljoenen mensen sterven van honger. Leden van het kabinet Rutte met hun aanvoerder voorop kunnen niet uitleggen waar al die miljarden vandaan moeten komen om eurolanden te redden. Iedereen is erg nerveus of de wereld het wel zullen redden en ondertussen beweren dromers dat wij het eeuwige leven hebben. En alleen maar omdat de egocentrische westerse mens, die nergens anders meer in gelooft dan in zichzelf, denkt dat met geld de dood is te verjagen.

Kunnen we die idioten niet de ogen openen?
.

Sunday, August 07, 2011

Vreemdheid bestrijden

Het COC is een actie gestart om het kabinet te bewegen voorlichting op scholen over homoseksualiteit verplicht te stellen. Dat is hard nodig, omdat homojongeren het zwaar hebben op school. Schelden en pesten is schering en inslag, zelfmoordcijfers liggen veel hoger dan bij heterojongeren. Tweederde van de scholieren hoort nooit iets in de les over homoseksualiteit, de anderen weten het uit de biologieles. Het COC wil dat de voorlichting wordt gegeven aan het einde van de lagere school. Dan staan jongeren nog open voor alles wat anders is. De Tweede Kamer wil het ook, maar het kabinet en met name CDA minister Marja van Bijsterveldt vindt het niet nodig. Die vindt trouwens ook nog steeds dat weigerambtenaren aangesteld kunnen worden. Wel meevaren in de canal parade, maar verder je ogen dichtdoen. Als ik had meegevaren, had ik haar een duwtje gegeven.

En denk niet dat de petitie niet hoeft, omdat u zelf zo veilig tolerant bent. Gewoon tekenen op de website van het COC.

Tuesday, August 02, 2011

Swaabland

Swaabland is de wereld volgens Dick Swaab, de auteur van de bestseller Wij zijn ons Brein. Overigens vraag ik me af hoeveel kopers het boek ook echt hebben gelezen. Swaabland is een simpele wereld, zoiets als het stratenpatroon van een Amerikaanse stad. Swaabland is een wereld gedomineerd door ons brein. Want alles wat wij zijn en doen is volgens Dick Swaab voorgeprogrammeerd. Daar begin en eindigt Swaabland. Het is dus ook een troostrijke wereld, want zelf kunnen wij weinig veranderen aan het programma wat ons is gegeven.

Jelle Brandt Corstius verzuchtte aan het einde van de lange avond Zomergasten, dat hij wat blij is dat hij niet kan en wil geloven in het ontbreken van de vrije wil. Zijn gast lachte fijntjes, zoals hij dat de hele avond deed. Als wij het nodig hebben om ons leven geur en kleur te geven, mag dat van hem. Maar hij weet wel beter!

Toch kan Swaab niet alles verklaren met hersenonderzoek. Dat wil hij ook niet, werd gaandeweg duidelijk. Hij houdt zijn wereldbeeld graag simpel en daarom is hij ook zo gewild in deze complexe wereld. Ik heb er wel van genoten, hoewel ik beter weet.

Saturday, July 30, 2011

Wie weet wat dit is?


We zagen dit prachtige witte bloempje op de slikken van Flakkee. We dachten dat we in ons plantenboek snel zouden kunnen vinden wat het is. We zochten bij ranonkelachtigen, maar vingen bot.

Tuesday, July 26, 2011

Pina van Wim Wenders


De 3D film PINA van Wim Wenders is een absolute aanrader voor iedereen die van dans houdt. Wat een kracht, wat een overgave, welk een expressie. Er zijn beelden van Pina Bausch dansend in Café Müller.

Extra is dat de film in 3D is gemaakt, waardoor je er middenin zit, deel van uitmaakt, zonder ook maar een pas te kunnen verzetten.

Niet aarzelen, maar gewoon gaan zien. Onvergetelijk.

Een voorproefje: Le Sacre Du Printemps

Wednesday, July 20, 2011

Swaab en mijn seksualiteit

Al jarenlang ben ik op zoek naar de oorzaken van mijn homoseksualiteit. Is het mijn vader of mijn moeder, of zijn ze het misschien samen? Mis ik iets of heb ik juist iets teveel? Of is er in mijn gevoelige jaren iets vervelends gebeurd, dat ik slecht heb kunnen verwerken? Sinds het lezen van Wij zijn Ons Brein van Dick Swaab heb ik het begin van een antwoord. Het is eigenlijk heel simpel.
Swaab zegt dat de seksuele orientatie van ieder mens voor vijtig procent wordt bepaald door erfelijke factoren (de genen) en voor de andere vijftig procent door de aan- of afwezigheid van chemische stoffen en hormonen. Meisjes bijvoorbeeld die een afwijking van de bijnierschors hebben, waardoor ze testosteron ontwikkelen, hebben een grote kans homo- of biseksueel te worden. Ook het gebruik van nicotine of amfetamine schijnt van invloed te zijn op de seksuele oriëntatie. Hij brengt het met zoveel stelligheid dat ik er niet aan durf te twijfelen. Nog een opmerkelijke zienswijze, in een gezin met meerdere jongens, hebben de laatstgeborenen een grotere kans op biseksuele of homoseksuele oriëntatie dan de eerstgeborenen. De oorzaak is de groeiende afkeer van de moeder voor het mannelijk testosteron. Heus het staat er echt.

Hersenonderzoek heeft aangetoond dat de hersenen van homoseksuelen er anders uitzien dan de hersenen van heteroseksuelen. Swaab somt de afwijkingen op, maar geeft er geen betekenis aan. Althans die heb ik nog niet gevonden. Er valt nog veeI te onderzoeken, denk ik. Interessant is het allemaal wel. Vooral omdat Swaab de uitkomst van hersenonderzoek koppelt aan maatschappelijke acceptatie van vreemd gedrag. Want ook pedofilie vindt zijn oorsprong in de hersenen.

Swaab meet seksuele oriëntatie op de schaal van Alfred Kinsey. De 0 staat voor onverdacht heteroseksueel, de 6 voor homoseksueel.

Mijn homoseksualiteit is dus erfelijk, althans volgens Swaab. Mijn moeder gebruikte geen gevaarlijke stoffen en ook geen hormonen en bij mij is nooit een afwijking van de bijnierschors geconstateerd. Ik kan er dus niets aan doen, als ik dat al zou willen. Ik ben volmaakt tevreden met de 6 op de schaal van Kinsey, alhoewel ik me drommels goed realiseer dat het alles te maken heeft heeft met het leven in een vrij land. Ik ga er maar van uit dat dit nog even duurt nu Wilders zijn pijlen op andere bevolkingsgroepen heeft gericht.

Thursday, July 14, 2011

Ma Vie en France -VI Herta Muller en Vasalis

Omdat we in het huis in Jarjat geen televisie hebben en geen internet, hebben we zeeën van tijd om te lezen. En dat doen we dan ook! Ik las de biografie van Elsschot, Wij zijn ons Brein van D. Swaab, de biografie van Vasalis, Nemesis van Philip Roth. Allemaal heel erg boeiend, maar het mooist is De Koning Buigt de Koning Moordt van Herta Müller. Niet een gemakkelijk boek, maar wel een boek dat je de strot dichtknijpt. Helemaal passend in de filosofie van Herta Müller, dat als je niets te zeggen hebt, je beter je mond kunt houden. Mensen die hun mond niet open doen, hebben meer te zeggen dan mensen die hun ziel en zaligheid bij iedere gelegenheid op tafel leggen. Laat er vooral toch iets te raden overblijven.

Wij gingen op zoek naar de betekenis van De Koning bij Herta Müller? Ze maakt in haar essays duidelijk dat in de dictatuur waarin zij leefde (Roemenië) het taalgebruik verhullend moest zijn. Je kon niet openlijk over de gruwelen van de dictatuur schrijven. Het begrip koning moet iets te maken hebben met ongecontroleerde macht die altijd dreigend maar ongrijpbaar aanwezig is. Maar waarom dan Koning en niet Wolf bijvoorbeeld? Omdat er in de Wolf niets menselijks zit en de schrijfster duidelijk wil maken dat wij mensen elkaar dit aandoen. De dictatuur is niet één mens, maar is wel van de mensen. Het is alomvattend. Het vergiftigt de samenleving. Op het platteland is het dreigend monster van de dictatuur net zo aanwezig als in de stad. Alleen krijgt hij op het platteland een ander gezicht. Op het platteland lijkt de dictatuur vriendelijker en meer op de achtergrond. In de stad moordt hij. Zoiets, of misschien nog niet helemaal, maar wel een eind op weg. Nog een keer lezen!

Voor Herta Muller zijn poëzie en proza niet zo verschillend als voor Vasalis. Zij wikt en weegt elk woord dat ze gebruikt, waardoor haar teksten af en toe wonderlijk mooi zijn en erg beeldend. Bijvoorbeeld het beeld van de tederheid tussen het kind en de moeder. Iedere morgen als het kind naar school gaat, vergeet het haar zakdoek, zodat de moeder haar liefdevol terug kan roepen. “Heb je je zakdoek?”. Woorden verhullen wel veel en dat is wat Vasalis bedoelt. Woorden zijn constructen. Tussen de vorm en de betekenis kan veel vals licht zich verschuilen. Aan de droom en het gedicht die in een beeld of stroom geconcipieerd worden, komt geen verstand te pas. Daar gaat het Vasalis om en eigenlijk willen beide schrijfsters dus hetzelfde, namelijk het kale, directe en eerlijke woord of beeld.

Friday, July 08, 2011

Ma Vie en France V - terug in de tijd

In het huis in Frankrijk hebben we water uit de bron, net als onze boeren. Gezond en zuiver water. Niks mis mee. Maar nu heeft de gemeente St Jean waar wij toe behoren bedacht dat wij "eau de ville" krijgen, waterleiding dus. De boodschap overviel ons. We besloten ons licht op te steken bij de mairie van St Jean tien kilometer verderop en twee middagen per week geopend.

Iedere mairie in Franjrijk is te herkennen aan de tricolore die aan de gevel hangt. Ook de mairie van St Jean. De deur stond open toen wij ons meldden. We moesten wachten in een smal en donker gangetje met zicht op de spreekruimte, omdat er andere mensen geholpen werden. Toen wij binnen mochten komen, zagen we achter een hoge, ouderwetse toonbank links een jonge mevrouw in het keurig zwart en rechts een forse meneer, die we herkenden als de de burgemeester. Owen hem ons beschreven: “een lelijke, forse man met wilde haren”. Groot was hij, lelijk is betrekkelijk. Opvallend was hij wel met een rood hemd aan, een bril aan een touwtje om zijn hals en zijn lange, ongekamde haren. Burgemeester is in een gemeente van de grootte van St Jean een bijbaan. Ook alweer van Owen hadden we gehoord dat de man in het dagelijks leven ecoloog is.

De mevrouw die wij identificeerden als de secretaris stond ons als eerste te woord. Het klopte. Jarjat krijgt in het voorjaar van 2012 eau de ville, een aansluiting op de waterleiding van St Jean, die overigens ook gevoed wordt door een bron. Wij vroegen verder naar kosten, kwaliteit van het water, de continuiteit van de levering en de verplichting tot aansluiting. De burgemeester wilde ook wel wat zeggen. Hij zat daar uiteindelijk niet voor pierre-snot, zeker niet tegenover de vraaggrage vrouwen uit Nederland. Hij pakte een papiertje en tekende met potlood de contouren van een huis en daaromheen een perceel. Aan de rand van het perceel plaatste hij het aansluitpunt. Je hoeft de aansluiting niet te gebruiken, maar als die er zit, betaal je jaarlijks € 120 abonnement. Er ging ook een bedrag over tafel voor een kubieke meter geleverd water. Ik dacht € 70 te horen, maar achteraf lijkt ons dat wat veel, hoewel mevrouw secretaris op mijn briefje keek toen ik het noteerde. Hoort het bij de Franse beleefdheid om dan niet te waarschuwen dat het niet goed verstaan is? Heeft ze soixante-dix cent gezegd. Ik denk het eigenlijk wel. Maar de bedragen vallen te controleren op de formele aanbieding die we binnenkort krijgen. We hebben hem maar naar ons adres laten sturen. Gek eigenlijk dat noch de secretaris noch de burgemeester hebben gevraagd welk huis in Jarjat we bewonen.

Toen we weer buiten stonden hebben we een moment genomen om lucht te geven aan onze verbazing. Want kom er maar eens om: een gemeentehuis dat twee middagen in de week secretaris en burgemeester eendrachtig het volk ontvangen om allerhande vragen te beantwoorden. Lijkt het niet een beetje op het vroegere Huizen dat Ger en ik hebben opgediept uit de raadsnotulen van 1900-1925? Huizen had toen ongeveer drieduizend inwoners, dat heeft St Jean misschien ook. Verder houdt de vergelijking op. De burgemeester van St Jean was een gewoon mens.

Saturday, July 02, 2011

Ma vie en France IV - de tijd

Twee dagen geleden reed onze klusjesman Owen langs om naar de lekkende kraan in de spoelkeuken te kijken. Hij had zijn moeder meegebracht, die hij vol trots wilde laten zien wat hij in het huis heeft verbouwd. Ineens en onaangekondigd stond ik tegenover de oude mevrouw Wagenaar. Een klein, kittig, goed geconserveerd vrouwtje van minstens tachtig. Misschien wel net naar de kapper in Vernoux geweest. Zij droeg een handtas, die ze bij het uitstappen stevig vasthield. Terwijl haar zoon en mijn vriendin naar de lekkage keken, zaten zij en ik tegenover elkaar op het terras. Twee volslagen vreemden die tot elkaar waren veroordeeld. Waar begin ik? Tot mijn eigen verbazing vermeed ik het tutoyeren. In mijn ogen behoorde zij tot een oudere generatie dan ik. Ik moest er wat om grinniken, omdat ik me ineens realiseerde dat ik over nog geen maand vijfenzestig word en zij misschien maar vijftien jaar ouder is dan ik. Maar ze is wel de moeder van Owen en haar hele verschijning schiep een oneindige afstand.
Ik vroeg haar of ze iets wilde drinken, koffie of thee of limonade, en ze antwoordde dat ze genoeg had aan een glas water. Toen ze vertrok stond dat trouwens onaangeroerd op tafel. Terwijl ik haar indringend opnam en zag dat ze een net kanten bloesje droeg, boven een keurige rok en ditto schoenen, vroeg ik me af hoe zij naar mij zou kijken. Ze zou me niet gemakkelijk kunnen plaatsen. Ze had me onlangs voor het eerst gezien, toen Ger en ik haar en haar zoon tegenkwamen tijdens een wandeling over de weg en zij een kijkje in het huis van de Hemminga’s hadden genomen, dat Owen ook heeft verbouwd. Misschien heeft Owen haar toen iets over Ger en mij verteld, maar misschien ook niet. Als hij al iets heeft verteld, zal het weinig zijn. Hij is niet zo spraakzaam. Dus ze moest het met haar eigen waarneming doen. Wat zag ze? Ik liep in mijn werkkloffie: een pofbroek met een wijd t-shirt vol vlekken, ongekamde haren op afgetrapte gympen. Niet bepaald het type uit haar kringen. Speelde mijn leeftijd een rol in het beeld? Hoorde ik meer bij de leeftijdsgroep van Owen en Rianne, of zag ze mij als een leeftijdsgenoot.

Weet je wat ik denk. Dat het haar allemaal geen jota interesseerde. Dat zij helemaal niet met dit soort vraagstukken bezig is. Dat zij Stil de Tijd van Joke J. Hermsen – niet heeft gelezen en ook nooit zal lezen. En dat zij ook niet weet, dat ik dat wel heb gedaan en nu met het boek in mijn achterhoofd naar haar heb gekeken en nog erger dit verhaaltje heb geschreven.

Tuesday, June 28, 2011

Het grut








De kleinkinderenL
Links Youn van Elise en Marc, bijna anderhalf jaar oud.
In het midden Olivia van Rita en Dik, 5 maanden.
Rechts de jongste spruit Sasha van Elise en Marc, net geboren.

Als je op de foto klikt wordt die groter.

Thursday, June 23, 2011

Nieuw Kleinkind!!!

Voor iedereen die is geïnteresseerd in mijn persoonlijk wel en wee een heugelijk bericht: vandaag is geboren het tweede kind van Elise en Marc, en het derde kleinkind van mijn vriendin Gerda. Moeder en kind maken het goed. Grootmoeder is blij!

Vandaag is ook de dag dat ik mijn eerste AOW kreeg. En de dag dat Geert Wilders en zijn kornuiten werden vrijgesproken van discriminatie en haatzaaien. De vrijheid van meningsuiting kent grenzen, maar die worden niet getrokken door de rechters, maar door de deelnemers aan het maatschappelijk debat zelf. Adel verplicht!

Sunday, June 19, 2011

Ma Vie en France, deel III - Markt in Lamastre


We hadden ons zorgvuldig voorbereid op een ontmoeting met oude bekenden. Als ze er zijn, slaan we een uitnodiging om langs te komen af, hadden we elkaar voorgehouden. We zeggen dat de kinderen komen en dat we niet weten wanneer ze weer vertrekken. Maar ze waren er niet. Wel veel andere landgenoten. Die hadden zoals altijd domicilie gekozen op een terras aan de zonzijde van het marktplein en zitten daar vooral om elkaar te ontmoeten. Ik wilde er dit keer niet bijhoren en dus kozen we een terras aan de zuidzijde, waar de zon niet zou komen. Daar zaten overigens ook landgenoten, maar minder opzichtig en luidruchtig. Overigens pik je ze er wel direct tussenuit, omdat ze zo weinig Frans zijn. Ze dragen de verkeerde kleding, zoals kleurige fleecen en witte broeken. De kinderen lopen slungelig in shorts, omdat ze niet weten dat het hier serieus fris kan zijn in het voorjaar. Ik vraag me bij dit soort mensen altijd weer af, wat ze hier komen zoeken. Ze zien er niet uit als wandelaars of natuurliefhebbers en ik zou ze eerder verwachten op een camping aan de Middellandse Zee. Vermoedelijk houden ze het na deze eerste keer voor gezien. Te veel natuur, te veel rust, te weinig vertier. Op Paasmaandag kun je niet eens fatsoenlijk uit eten!

De markt in Lamastre betekent voor veel bezoekers zien en gezien worden. Er wordt heel wat afgezoend en handen geschud. Of dat nou buitenlandse Fransen zijn, die een tweede huis in deze streek hebben, of locaux die elkaar een keer in de week op de markt tegenkomen? De nummerborden van de auto’s op de parkeerplaats, die trouwens dit keer gratis was, wijzen op een mengeling. Veel 07-borden maar ook een ratjetoe aan andere nummers. Kennelijk is het in Frankrijk voorjaarsvakantie. In dit voorjaar is de markt niet een toeristenmarkt. Weinig snuisterijen, veel nuttige spullen, zoals plantjes en kruiden voor de moestuin, groenten en fruit, kazen en worsten. En de gebruikelijke kramen met kleding. Ger kocht een pet voor € 10 en we gingen op zoek naar een tafelzeiltje voor de huiskamer. Dit was niet de eerste keer dat we het probeerden en ook nu mislukte het weer. Misschien maken we het ons ook niet gemakkelijk. We zoeken een boerenzeiltje, maar het moet wel stijl hebben. Moeilijke combinatie blijkt steeds opnieuw. Want ook in Nederland wil het niet erg lukken. De marktkoopman van de stoffen praatte de blaren op de tong, maar hij kon niets tonen wat wij aantrekkelijk vonden. Ook de hulp van zijn vrouw veranderde daar niets aan.

Er is ook altijd veel vreemd volk op de markt van Lamastre. Nu zat bij de fontein een good looking boy met bord “J’ai faim, aidez moi”. Ik kan maar niet geloven, dat dit serieus gemeend is. Vroeger toen Charlotte en Annelies ergotherapie studeerden werden studenten er wel eens op uitgestuurd om ervarend te leren hoe vervelend het is als je in een rolstoel zit en mensen willen je niet als een gewoon mens behandelen. Misschien is dat joch met bord ook wel een student, die erop uit is gestuurd om het aan den lijve te ondervinden. Misschien schrijft hij wel een boek over honger. Wie zal het zeggen. Ik heb nog even achterom gekeken, en heb niet gezien dat iemand medelijden met hem had.

Verder slenteren er nog steeds over de markt veel Jezus-achtige figuren met lange haren, lange rokken en lange gezichten. Meestal hebben ze ook de Jezus-achtige leeftijd. Ze lijden aan de wereld en willen dat laten zien in hun alternatieve dracht. Ik zag ook oudere mensen die zich niet hebben aangepast. Bij het begin van de markt stond een sterke vrouw van begin zestig met dik vest en dikke broek met een opvallend kapsel. Bovenop was het haar wit-geel geverfd, de rest was donker bruin en hing langs het hoofd en aan de achterkant ontwaarde ik een klein staartje. Zou zij vroeger ook hip zijn geweest, zich hebben gelaafd aan de geestverruimende middelen en nu tot inzicht zijn gekomen? Ik ga het niet vragen, ik zie het alleen.

Monday, June 13, 2011

Ma vie en France, deel 2, Lundi de Paques


Lundi de Paques: Op tweede paasdag gingen we op zoek naar eten. Toen we vertrokken uit Nederland dachten we dat op tweede paasdag in Frankrijk een van de twee supernarkten in Vernoux wel open zou zijn. Wij zouden toch niet de enigen zijn die op zondag aan waren gekomen. Lange tijd hebben we gedacht dat die Fransen niets doen aan onze tweede dagen. Daar zijn we een paar jaar geleden al van teruggekomen, toen we de winkels gesloten vonden. Achteraf hadden we dus beter kunnen weten. Maar een gewoon mens wordt pas door schade en schande wijs.

Toen we Vernoux binnenreden vond ik het verdacht stil. Maar Ger bleef optimistisch. We stalden de auto op het lege parkeerterrein van de Intermarche, die was dus dicht. En ook de Casino in de dorpsstraat was gesloten. We liepen naar het cafe op het plein. Daar staan dag en nacht de borden buiten met het “Menu du Jour”. We gingen vragen of we daar 's avonds zouden kunnen eten. “Wel open, maar ’s avonds geen repas,” luidde het teleurstellende antwoorden. Die borden waren voor ’s middags. ’s Avonds verwachtten ze geen tourist of passant in Vernoux. Dan schenken ze alleen wijn voor de notoire terrastijger of de plaatselijke dronkaards.

“Proberen bij de buren?”, vroeg Ger. “Doe maar”, zei ik opnieuw. Nee hebben we, ja kun je krijgen. En zo waar lukte het. De cafébazin wilde wel wat voor ons maken om zes uur 's avonds, als ze zeker wist dat we kwamen. Gaan we doen, besloten we. Opgelucht reden we terug naar huis.

Tegen zessen keerden we terug naar Vernoux. We hadden onze werkklof aangehouden. Bij die boeren op het terras, hoeven we er niet feestelijk uit te zien, besloten we. Die zullen zich niet storen aan een vieze pofbroek en een werktrui. Die gaan ons een bord eten geven en een lekker glas wijn en wij betalen er een tientje voor. Niks geen poespas. Maar toen we voor de deur stonden met een hart vol verwachting en een rammelende maag, vonden we de deur gesloten. Een blik door het raam leerde dat de aardige cafébazin ons toch mooi liet staan. Het terras was opgeruimd en de deur was dicht. Dat was even schrikken! Want hoe nu verder? We dronken een glas wijn op het terras van het grote cafe en vroegen de ober, die zijn tweede paasdag had gevierd met veel drank, of hij wist of wij ergens iets te eten zoude kunnen krijgen. Hij keek ons meewarig aan, richtte zijn blik naar het einde van de lege straat en suggereerde toen tegen beter weten in: “misschien l’Archou!”. Wat een gat, dacht ik, toch al niet in al te beste stemming. Vooral toen hij op onze vraag of wij dan misschien een fles wijn van hem zouden kopen, nee moest zeggen, omdat zijn bazin het niet wilde. Wat een hondenkoppen! Goed dat we ons voor deze boeren niet omgekleed hadden. Die Fransen. Zouden ze weten dat er mensen bestaan, die andere gewoonten hebben? Bij hen begint en eindigt de wereld. We reden mopperend de tien kilometer terug naar huis, staken de open haard aan, aten de restjes van de vorige dag, dronken er een bak slobberthee bij en hadden het er nog lang over.

Wednesday, June 08, 2011

Ma vie en France, deel I


Voor wie het nog niet opgevallen was, wij zijn een poosje weggeweest. Zes weken op het land in Frankrijk. Kun je doen als je met pensioen bent. We vertrokken de zaterdag voor Pasen en reden via Rita, Dik en de kleine Olivia in Melay. Dat ligt halverwege in de Haute Marne. Vader, moeder en kind maken het goed. Eerste Paasdag vervolgden we onze reis met de laatste zeshonderd kilometer. Toen we bij Valance van de grote weg het Massif Central opdraaiden steeg de spanning net als alle andere keren. Hoe zou het huis erbij staan?

Na vijftig haarspeldbochten waren we boven en zagen we dat de natuur nog verder was dan in Nederland. Om half vijf zetten we de auto voor het huis. De blauwe regen bloeit, riepen we! Nog niet eens voluit, maar wel kleurrijk en welriekend. Mooi zo, die is aangeslagen. Toen ik nog eens goed keek, kreeg ik spijt, dat we hem in het begin niet beter hebben gesnoeid. Nu is de hoofdstam al aan de onderkant vertakt en dat vind ik eigenlijk niet zo fraai. Ook de rozen waren flink gegroeid, zowel aan de voorkant als aan de achterkant van het huis. Sommige staan zelfs al dik in de knop. Verder kon ik met voldoening constateren, dat ik de strijd met het onkruid en de buren gewonnen heb: het perkje stond er fraai bij. De klimroos, die ik vorig jaar heb gezet,is dun, maar hoog. En de andere rozen waren stevig. De alpenkorenbloemen stonden zelfs al in de knop, net als de hortensia die de buurvrouw vorig jaar nog betitelde als "mauvais herbes". Ze weet niet beter. De buren zelf zijn er gelukkig niet. Die maken altijd erg veel herrie en dat past niet zo in het leven op het land. Patrick, de fruitbroer rechts naast ons, is er gelukkig nog wel en ook vrouw en kind. Een tweede is niet gekomen. Die komt misschien ook niet meer. Youn kan van de zomer met de kleine meid spelen, denkt Ger. Ze is wel wat groot voor hem, vrees ik. Maar wie weet, hij is mans genoeg.

Bij de andere buurman, de geitenboer, zijn ze nog steeds aan het bouwen. De schuur voor de spannende seances is klaar, maar nu zijn ze aan een nieuw project begonnen. Later hebben we gehoord dat het een gites moet gaan worden. Maar het zal nog wel even duren. Kritische factoren zijn geld en tijd. Als die er niet zijn, ligt het werk stil. Maar de geiten zijn er nog en het bedrijf bloeit.

Het huis bood een wenkend perspectief. Hier konden we het wel zes weken uithouden.

Thursday, April 21, 2011

Kijkoor zet deuren wagenwijd open


Bij de opening van Kunstcentrum Kijkoor aan de Eikenlaan in Eemnes, het pand in de elleboog van de A27, is iedereen welkom om te komen kijken, proeven, luisteren en mee te doen met de kunstzinnige activiteiten in de ateliers en de galerie op zaterdag 28 mei van 11:00 tot 15:00 uur.

Om 11:00 uur is de onthulling van het speciaal voor Kunstcentrum Kijkoor ontworpen beeld door Wouter Stips. Het beeld is nog niet af, want kunstenaars en kunstzinnigen gaan op de opening met het beeld aan de slag. vervolgens met het beeld aan de slag. Om 12:15 uur is een feestelijke openingsvoorstelling in het theater

Prominente rol op het gebied van kunst
Sherpa biedt al 30 jaar kunstenaars met een beperking de mogelijkheid om creatief bezig te zijn. Hun beeldende werken vallen onder de internationale naam: Outsider Art. Kunstzinnige werken die buiten het reguliere kunstcircuit vallen en veel kracht en eigenheid laten zien. In de jaren tachtig heeft Sherpa zich geprofileerd met de exposities o.a. in het Singer museum in Laren. Met het nieuwe gebouw, het nieuwe Kunstcentrum Kijkoor wil Sherpa haar prominente rol op het gebied van kunst in relatie tot mensen met beperkingen uitbreiden naar het samenbrengen van kunstenaars mét en zonder beperkingen. Op de openingsdag geeft artistiek leider Theo Linde een lezing over Outsider Art.

Als u meer wilt weten over alle mogelijkheden van Kijkoor moet u naar de opening gaan. Kunt u niet dan kan het altijd op een andere dag.


Kunstcentrum Kijkoor , Eikenlaan 4, 3755 CP Eemnes
T. 035 5395222
kunstcentrumkijkoor@sherpa.org
Website : www.sherpa.org

Sunday, April 17, 2011

Ik ben er nog en Bach

Deze week is het lijdensweek. Voor veel mensen zegt dat niet veel meer. Voor mij met mijn half christelijke opvoeding wel. Voor mij is het tijd om stil te staan bij de wereld die aandacht nodig heeft. Daarom ben ik blij dat de Goede Herderkerk me heeft gevraagd a.s. dinsdag op een themaavond over mee-lijden en medelijden een passage uit mijn boek Het is Zoals het Is te lezen.

De titel van de avond sluit aan bij de boodschap van SIRE Ik ben er ook nog

Beter mee-lijden, dan medelijden.

Het programma:

20.00 uur Ontvangst met koffie
Filmpje SIRE "Ik ben er ook nog".

Het verhaal
Daniëlle Voestermans, psychologe van revalidatiecentrum, vertelt over haar praktijkervaringen;
Piano intermezzo van Mark van Zutphen
Nel Hoogmoed leest voor uit haar boek “Het is zoals het is”.
Piano Intermezzo van Mark van Zutphen

Vraag en antwoord = Discussie

Als u langer stil wilt staan kan dat Goede Vrijdag en Stille Zaterdag in De Engel, waar theatergroep D’Apertutto i.s.m. De Muzenval een dansvoorstelling van de Via Crucis van Franz Liszt en een Bach recital door Ani Avramova verzorgen.

Op beide dagen zijn er twee uitvoeringen, nl. een 's middags en een 's avonds. Reserveringen D’Apertutto : +31(0)6-24336744 of www.dapertutto.nl

Thursday, April 14, 2011

Verjaardag

Vandaag zit het kabinet van Rutte en Verhagen en die blonde jongen op rechts een half jaar. Voorlopig hebben we er nog niet veel van gemerkt. Oplossingen van de grote problemen zijn nog niet verder dan aankondigingen. Als je althans de grove bezuinigingen op ons defensieapparaat niet mee rekent. Want of dat iets oplost weet ik niet. Verder geen grootse vergezichten in de richting van het milieu, de explosie van de zorgkosten, verbeteringen in het onderwijs. En als er al iets bereikt moet worden, moet de oppositie helpen. Geeft niet. Als het maar niet al te hard schudt. En Sahar mag blijven!

En wat wil Rutte met Europa? Op zondag kijken we met groeiende belangstelling naar de serie in Turkije van de VPRO. In de eerste aflevering zagen we het Istanbul van de moskeeën, de Bospurus, het Taksimplein, het historisch trammetje, de veerboten. Dat Istanbul kennen we. In de tweede aflevering de Koerden die in Istanbul hun eigen identiteit trachten te bewaren. De derde aflevering was het meest onthutsend. Daarin werd duidelijk, dat Turkije zich heeft afgekeerd van Europa en de blik heeft gericht op de Arabische wereld in het Zuidoosten. "Kans verkeken", dacht ik. "Daar krijgen we nog spijt van." Want in plaats van die charlatan van een Berlusconi en de nieuwe Napoleon in Frankrijk, had ik graag de realistische hardwerkende Erdogan als Europese vriend gehad. Mooie brug naar die andere wereld, die zichzelf ook al vrijmaakt. Welterusten, Europa!