Wednesday, October 26, 2011

Einde weigerambtenaren

Het bericht was gisteravond de opening van het Journaal. De PVV, nota bene de PVV, schande aan allen die zich liberaal noemen en VVD stemmen, gaat een einde maken aan het bestaan van weigerambtenaren. De tranen schoten me spontaan in de ogen. Kennelijk heb ik me er drukker over gemaakt dan ik wil toegeven. Het gegeven dat ambtenaren van de burgerlijke stand mogen weigeren een huwelijk te sluiten tussen twee mensen van gelijk geslacht, als ze daar gewetensbezwaren tegen hebben, voelde ik als rechtstreekse en persoonlijke discriminatie. Ik wil helemaal niet trouwen en al helemaal niet getrouwd worden door mensen die mijn geaardheid een gruwel vinden, maar weggezet worden raakte me diep. Ik kon me maar niet voorstellen dat rechtgeaarde democraten daar nog begrip voor op konden brengen. Er is niets en dan ook helemaal niets dat het weigeren rechtvaardigt. Maar we zijn er nog niet! Want als dit kabinet volhardt in haar dommigheid, moet de kamer een initiatiefvoorstel indienen en dat gaat tijd en energie kosten. Het zou mevrouw Van Bijsterveldt sieren als ze het signaal oppakt en zonder morren uitvoert. Goed uitleggen aan de achterban, dat mensen die niet dol zijn op christenen hun toch ook hun huwelijk gunnen.

Tuesday, October 25, 2011

Kunst van de straat in Huizen(5)

Vanmorgen zag ik in Kunstuur beeldhouwer Hans van Houwelingen over zijn opvallende beeld van Dr. Lely op het grote plein in Lelystad. Het enorme beeld van bazalt, kiezels en wrakhout met bovenop een copie van het beeld van Dr. Lely van Marie Andriessen is er gekomen na een lange discussie tussen gemeentebestuur en bevolking. Het gemeentebestuur wilde met dit enorme beeld Lelystad verlossen van het imago van die suffe, mislukte stad in de Polder. De bevolking zag het aanvankelijk in het geheel niet zitten. Veel te groot en met zo'n klein mannetje bovenop, dat je nauwelijks kon zien. En toen het volk om was, liet het gemeentebestuur het idee los. Misschien toch te groot en te duur. Na lange en soms felle discussies heeft men elkaar in 2002 gevonden en het beeld staat er nu en valt niet meer te ontkennen. De kunstenaar ziet de discussie als onderdeel van het scheppingsproces. Kunst in de openbare ruimte moet de vinger opsteken, zegt hij. Zonder discussie is zo'n beeld een zielloos object.

Sinds twee weken staat in ons schone dorp Huizen aan de Zuiderzee een vissersmonument van kunstenaar Michiel Linders. Het beeld is een hommage aan de stoere vissers van Huizen die in de vorige en het begin van deze eeuw met noeste arbeid de armoede van zich afschudden. Als het beeld al aanleiding tot discussie heeft gegeven, heeft die zich in de achterkamer afgespeeld. Hetzelfde dreigt nu te gebeuren met een beeld van een melkmeisje dat op het Oude Raadhuisplein moet komen. Het melkmeisje is het wapen van Huizen en refereert aan het agrarisch verleden van het dorp, Wethouder Janny Bakker heeft de komst van het beeld al een aantal keren aangekondigd als onderdeel van haar toeristisch beleid. Zij heeft er zelfs al een schets van gegeven. Wat haar betreft moet het een zittende vrouw worden en komt het te staan op het Oude Raadhuisplein, midden in het dorp. Maar wat er nu verder gebeurt is een raadsel. In ieder geval zal het wat de wethouder betreft geen beeld worden dat discussie oproept. Althans, tot nu toe wijst niets erop. Discussies worden in dit dorp trouwens zelden in het openbaar gevoerd. Het wordt een zittende vrouw waar je gezellig naast kunt gaan zitten. Het zal niemand schokken, maar misschien ook niemand aanspreken. Is dat niet een gemiste kans. Kan het niet spannender als je Huizen echt op de kaart wilt zetten??

Friday, October 21, 2011

Onze jongens

Afgelopen weekeinde werd het Nederlands honkbalteam wereldkampioen en Li Jao Europees Kampioen tafeltennis. Het werd breed uitgemeten op televisie. Ons nationaal ego werd aangenaam gestreeld. Wij allemaal op de stoelen. De regering stuurde zelfs gelukstelegrammen. Namens wie eigenlijk? Zou gedoogpartner de PVV mee ondertekend hebben? Dan moeten de jongens en meisjes van Wilders zich toch wel eerst op de kop gekrabd hebben. Want het Nederlands honkbalteam bestaat voor een groot deel uit jongens van de Antillen en Li Jao is net zo Nederlands als haar naam doet vermoeden. Al die witte landgenoten die PVV stemmen, zouden die begrijpen dat we op sportgebied een klein landje zijn en als we onze grenzen sluiten, zoals zij graag willen, dat ook zouden blijven. Nee. natuurlijk snappen ze dat niet, anders zouden ze geen PVV stemmen. Ik heb met heel veel plezier gekeken naar de verrichtingen van de honkballers in Panama. Dat sport verbroedert weet ik al sinds mijn jonge jaren toen ik in Den Haag zelf sportte met mensen uit andere windstreken. Ik softballde met repatrianten uit Nederlands Indië en basketballde met Surinamers. Het heeft mijn angst voor de vreemdheid bestreden en mijn blik op de wereld verbreed.

Saturday, October 15, 2011

Fatsoen in de Politiek

Fatsoen en Politiek. Zijn die twee begrippen wel te verenigen. Je zou het niet zeggen na het gekrakeel in de laatste Algemene Beschouwingen. Wilders zette de toon en de rest kefte lustig mee. Cohen, de fractieleider van de PvdA hield zijn mond en dat leek hij even duur te moeten bekopen. Zijn partijvoorzitter wachtte een terugblik niet af, maar luchtte in de Volkskrant haar gemoed. De media waren er als de kippen bij om het einde van Cohen aan te kondigen. Knap eigenlijk dat de rest van de fractie pal achter hem bleef staan.

Zondag zag ik in Buitenhof Cohen uitleggen wat er was gebeurd. Dat was bepaald niet gemakkelijk, omdat gespreksleider Peter van Ingen voortdurend de zwakke plekken in de verdediging zocht. Maar Cohen bleef rustig en hield het overzicht. Hij legde uit dat hij niet van plan was om mee te doen aan het geschreeuw in de politiek. Als hij geen gelegenheid krijgt om zijn politieke punten uit te leggen, houdt hij zijn mond. Zo simpel is het. Gisteren zat zijn opvolger in Amsterdam bij Matthijs van Niekerk en die sprak zijn steun uit. Dat werd overigens ook weer gezien als een teken van zwakte, omdat je als "leider" kennelijk ook alleenheerser moet zijn.

Hoe moet dit nu verder met deze nette man in de slangenkuil van de politiek. Toen het Slowaakse parlement tegen de uitbreiding van het Europees noodfonds stemde en de socialistische oppositie steun verbond aan de val van het kabinet, zag ik de oplossing. En toen de kefferige, arrogante Stef Blok gisteren liet weten dat deze kaalslagcoalitie van hem nog zeven jaar mag zitten, dacht ik dat het fatsoenlijk zou zijn om ze een beschaafde poep te laten ruiken. Wat is er mis met ruilhandel? Steun voor de AOW en de Europaplannen in ruil voor de val van het kabinet? Ik zou het wel weten!

Wednesday, October 12, 2011

Als je niets te zeggen hebt

In de lange voorjaarsvakantie in Frankrijk las ik De Koning Buigt de Koning Moordt van Herta Müller. Niet een gemakkelijk boek, want een geladen boek. Ieder woord is op een goudschaal gewogen en je kunt de essays alleen begrijpen als je de tijd ervoor neemt. Dat heb ik gedaan, maar zelfs nu nog weet ik niet wat de titel precies betekent. Dit mag de lezer opvatten als een oproep om me uit de droom te helpen. Er zijn vast wel Herta Muller genieters onder de lezers van dit weblog. De Koning Buigt de Koning Moordt. Gaat het soms om onkenbaarheid?

Herta Muller vindt dat je beter je mond kunt houden als je niets te zeggen hebt. Haar oproep wordt slecht verstaan, bedenk ik me keer op keer, als ik naar de televisie kijk. Wat wordt er oeverloos veel gepraat en weinig gezegd. Gisteren keek ik naar Gerd Leers in Pauw en Witteman die kwam uitleggen wat hij wel gezegd, maar niet bedoeld had of omgekeerd. Zou zo'n man zich niet schamen? Of heeft hij geen vrouw of kinderen die hem tot de orde roepen?

Kennelijk bestaat in de politiek, en die strekt zich helaas verder uit dan Den Haag, het foute idee dat je populariteit afhankelijk is van het aantal woorden dat je spreekt. In mijn ambtelijke carriére riep een van de wethouders die ik diende, dat hij niet in de politiek was gegaan om zijn mond te houden. Maar had zijn moeder hem niet eerst tellen kunnen leren. Mijn moeder zei altijd, tel tot tien voordat je iets zegt. Nu ik dat doe, besluit ik het het zwijgen ertoe te doen.

Thursday, October 06, 2011

Haar stille wereld














Ships fade away: Mijn vriendin die Alzheimer heeft verdwijnt steeds verder in een wereld die ik niet kan kennen. Ik heb het er moeilijk mee. Natuurlijk heb ik al die tijd beseft dat dit zou gaan gebeuren. Maar nu het zo ver is, ben ik mijn houvast kwijt. Bij de laatste bezoeken aan haar was het bijna onmogelijk om contact te maken. Ze lacht nog steeds even vriendelijk als je haar iets vraagt of zegt, of haar hand pakt. Maar antwoordde ze vroeger nog wel met sociaal wenselijke frases, nu kijkt ze je alleen nog aan met grote, vragende ogen, waarin te lezen staat "als jij het zegt, zal het wel zo zijn!" Ze verdwijnt steeds verder in haar eigen wereld die voor mij niet te kennen valt. Het grote verdriet is dat ze in die wereld niet gelukkig is. Ze vindt er geen rust. Ze dwaalt zoekend over de gangen van het huis en maakt andere bewoners aan het schrikken met haar onvoorspelbaar gedrag. Allen die haar lief hebben, hebben het vreselijk met haar te doen.

Mijn voorstellingsvermogen schiet te kort om ook maar enigszins te begrijpen wat er achter de wazige blik in haar ogen speelt. Ik zie de contouren van mezelf in haar blik en probeer met haar mee te kijken. Als ik haar toelach, lacht ze terug. Dan lijkt het even op mijn vroeger, maar het hare is er niet meer. Ze leeft bij het hier en nu en ik ben daarin niets meer en niets minder dan een toevallige passant. Iemand die even afleiding brengt en haar een tijdelijk doel geeft. Zij weet dat ze iets met me moet, als ik haar voorstel wat we gaan doen. Maar na een kort moment van rust, gaat ze weer op zoek. Ze wijst naar schaduwen en schimmen in de verte. Is het daar misschien? Daar is het ook niet, probeer ik haar duidelijk te maken. Ten einde raad breng ik haar terug naar het huis dat haar huis niet is. "Moet ik daar naar binnen?", vraagt ze dan. Als ik afscheid neem in de huiskamer, kijkt ze me niet begrijpend aan. Het troost haar niet meer als ik zeg dat ik over twee weken terugkom. Hoe nu verder?

Saturday, October 01, 2011

Kanjers in de zorg

Afgelopen week was ik gedwongen ervaringsdeskundige in de zorg. Ik heb in het Diakonessenhuis in Zeist een tweede kunstheup gekregen. Voordat het zover was had het nogal wat voeten in de aarde. Overigens had ik die zelf omgewoeld, omdat ik bij de vorige heup een bacteriele infectie had opgelopen en ik wilde voorkomen, dat dat nog een keer gebeurde. Voor mijn keus heb ik dus alle lijstjes gebruikt die er verschijnen over de kwaliteit van de zorg en dan speciaal voor het onderhoud van het bewegingsapparaat. De eerste keus werd een gespecialiseerde, particuliere kliniek, die behoorlijk aan de weg timmert. Maar toen ik me daar meldde, wilden ze me niet hebben. Niet vanwege de bacteriele infectie, maar wel vanwege een vermeende hoge bloeddruk.

Dus moest ik verder zoeken en kwamen die lijstjes goed van pas. Natuurlijk geven ze niet meer dan schijnzekerheid, maar het zoeken moet toch enigszins gericht worden. Ik kwam dus terecht in het Diakonessenhuis in Utrecht, omdat zij vierde op mijn lijstje van tien stonden, een korte wachttijd hadden en redelijk bereikbaar waren. Toen ik me daar meldde met mijn infectie en mijn vermeende hoge bloeddruk maakten ze geen probleem. Tegen infectiegevaar kunnen ze weinig doen en die bloeddruk houden ze tijdens een operatie wel onder controle.

Dus werd ik maandag opgenomen en geopereerd en ben ik vijf dagen later al weer thuis voorzien van de tweede kunstheup. "De wond ziet er goed uit en u kunt u aardig redden met krukken. Wegwezen dus!" Voor alle zekerheid hebben ze me wel een zak vol pijnstillers meegegeven en injecties tegen de trombose.

Ik moet het nu dus redden in mijn eigen omgeving met hulp van mijn vriendin en fysiotherapeut. Het ziekenhuis zal ik niet missen. Wel de zorg en aandacht van alle verpleegkundigen, die dag en nacht klaar staan om je poep, pies en kots op te ruimen, je op te vangen als je het even niet ziet zitten, je onzekere vragen willen beantwoorden, je tot de orde roepen als je te veel en te snel wilt, je aanmoedigen, een hart onder de riem steken, als je bij de pakken neer gaat zitten. Het deed me goed dat ik veel jonge verpleegkundigen aan mijn bed heb gezien.