Thursday, February 19, 2015

Kunstkijken en beleven in Huizer Museum

Van het ene op het andere moment stapte ik rond in het schilderij van Adri Pieck: De Huizer Kerkgang. Het was mijn keuze uit de vijf aangeboden kunstwerken, die in het bezit zijn van het Huizer Museum. Ik nam met negen andere vrouwen(!) deel aan de workshop Ik zie het zo in het Huizer Museum. Niet om het weten, maar om het beleven. Ik had geaarzeld tussen de Huizer kerkgang van Adri Pieck en Twee Vissers van Tymen Moll.

 
Foto: Esther Bayle
Uiteindelijk werd het de kerkgang. De kerk is immers het hart van Huizen in meerdere opzichten. In dit dorp woon ik al meer dan veertig jaar en op verschillende manieren heb ik te maken gehad met de christelijke fundamenten. De kerkgang deed me ook denken aan de zondagen in mijn jeugd, toen ik met mijn vader naar de dorpskerk ging waar mijn moeder in het kerkkoor zong. Persoonlijke ervaringen en belevingen spelen een grote rol bij het kijken naar kunst. Dat wist ik natuurlijk al, maar tijdens de workshop werd het nog eens bevestigd. Er zijn minstens twee soorten van kijken, nl. objectief kijken waarbij je eigen ervaringen en oordelen uitschakelt en kijken met hart en ziel.

De eerste opdracht was objectief kijken: wat zie je op het schilderij. Ik noteerde: een kerkgebouw, groepjes mensen die naar de kerk gaan, twee vrouwen, een vrouw alleen, een man en een jonge vrouw en in de verte drie vrouwen en een man. De zon schijnt. Hij staat in het zuid oosten. De bomen staan volop in de zon en dragen voorjaarsdracht. Zijn het linden? Groeien die zo vrolijk? Het kostte me moeite om mijn kennis van het dorp uit te schakelen. 

De tweede opdracht had veel met beleven te maken: ik liep rond in het schilderij. Ik moet keuzes maken. Ben ik een van de figuren, of ben ik een buitenstaander, een bespieder. Ik koos voor het laatste. Ik zag anderen naar de kerk gaan, ik hoorde de klokken en het zachte orgelspel. Ik zou niet naar binnen gaan. Gek eigenlijk. Waarom niet? Wat weerhield me? Meestal ben ik niet tevreden met de rol van toeschouwer. Achteraf lag het aan de opdracht. Ik moest rondkijken in het schilderij, niet mee beleven.
 
Bij de volgende opdracht stapte ik in de huid van de schilder die ’s avonds in zijn dagboek noteert wat hij die zondag had gedaan. De Huizer kerkmensen waren niet blij geweest met mijn nutteloze bezigheid. Ze hadden me geen blik waardig gegund. Bij twee andere cursisten was de schilder zelfs bespuugd. Dat doen Huizers niet, dacht ik. Die kijken en lopen misprijzend door. Misschien wel een beetje meewarig, zoals de twee Vissers van Tymen Moll ook een beetje meewarig naar iets kijken, dat we niet zien. Ik was niet ontevreden met het schilderwerk van die dag. Ik had  met die lichte bomen de zwaarte aan de kerkgang ontnomen. Ik eindigde de opdracht met de verzuchting dat ik geen schrijver ben, maar een schilder.  

Bij de derde opdracht moesten wij een dialoog schrijven met een van de personen op het schilderij. Ik koos de vader en de dochter rechtsonder. Toen ze langsliepen vroeg ik waar moeder was. De man antwoordde dat moeder ziek te bedde lag. Ernstig?, vroeg ik. De man zei dat de dokter was geweest, maar dat hij het niet wist. “We bidden tot de Heer”, verzuchtte hij. Het gesprek was afgelopen. Dit deel van de workshop ook. We eindigden met een rondgang langs de vijf schilderijen en kregen een les kunstgeschiedenis. 

Saturday, February 14, 2015

Huiswerk Doe-Zijn modus

Soms heb ik veel moeite om de wereld te volgen. Hier een voorbeeld. Voor mijn cursus Mindfulness, tien zittingen van tweeëneenhalf uur, moet ik huiswerk maken. Elke dag moet ik meditatie oefenen: ik ga comfortabel zitten of liggen en wordt me gedurende een half uur bewust van mijn ademhaling, mijn lijf, mijn angsten en mijn boosheid. De bedoeling van het geheel is dat ik met aandacht in het hier en nu leer leven. Ik ben een doenerig baasje en dat heeft me veel gebracht, maar nu is de energie op, waardoor doorleven op de oude manier niet verstandig lijkt. Omdat ik niet weet hoe leven zonder plannen, klussen, uitdagingen, denken moet, zit ik op de cursus Mindfulness. Mindfulness is de westerse variant van zen, want voor echt Zen moet ik eerst nog oefenen.

Ik en mijn zeven cursusgenoten zijn nu vier lessen verder en het kost me nog steeds moeite om mijn huiswerk oefeningen serieus te nemen. Huiswerk maken is volgens mij Doen, plicht, discipline en dat lijkt me zo in tegenspraak met Zijn, rust en ontspanning. Ik wil best oefenen, maar dan op de momenten dat het mij het beste uitkomt. En ik wil niet altijd de oefeningen doen, die volgens het huiswerk schema moeten. Maar ik zie er tegenop om dat in het rondje van terugkoppelen te melden, omdat het me zo aan mijn oude leven doet denken.

Saturday, February 07, 2015

Mijn vriendin en haar zoon

Vijf en zeventig werd ze gisteren. Wie had dat kunnen bedenken toen zo’n jaar of tien geleden bij haar de ziekte van Alzheimer werd geconstateerd. Ik niet in ieder geval. Ik kon me niets bedenken. Alzheimer was binnengetreden in haar leven. De enige zekerheid was dat hij zou blijven, totdat de dood haar zou komen halen. Mijn vriendin leefde alleen, dus was er niet een vanzelfsprekende mantelzorger. Gelukkig woonde ze in een samen wonen en leven buurt waar de buren op haar wilden letten. Vrienden en familie zorgden samen voor de losse einden van het zorg netwerk. Na een jaar of vijf was het netwerk niet meer veilig. Mijn vriendin werd opgenomen in een verpleeghuis. De eerste jaren op een open afdeling. Ze had het er niet naar haar zin. Nu woont ze op een gesloten afdeling. Dat geeft meer rust voor haar en de anderen.  

Omdat ik door omstandigheden een tijdje niet was geweest, kende ik de toegangscode niet en moest ik bellen. Ze zat in haar grote rolstoel aan de ronde tafel omgeven door huisgenoten, haar zoon, haar ex man en de vriendelijke mevrouw die haar nu al jaren iedere vrijdag bezoekt. Haar zoon voerde haar kleine stukjes taart waar ze van genoot en de vriendelijke mevrouw hield haar hand vast.
“Kijk daar is Nel ook”, zei haar zoon. Ze draaide haar hoofd en glimlachte. Ik herinnerde me haar verjaardag van vorig jaar, toen het leek of ze me even herkende. Nu keek ze naar me en zag me niet. Ik haar wel. Ik kreeg een plek naast haar zodat ik haar aan kon raken. Ze voelt nog even zacht als vroeger. Omdat haar zoon aan de andere kant naast haar zat, kon ik hun gezichten in een beeld vangen. Nu pas viel me de gelijkenis op. Groot en blond, met zachte, vriendelijke ogen, een hele lichte glimlach, een jonge, tere huid met wat rimpels rond de ogen. Mijn dierbare vriendin met haar zoon. Ze zaten hand in hand en lachten wat naar elkaar. Het beeld zal ik niet gauw vergeten.

Tuesday, February 03, 2015

Kantelaars en dwarsdenkers

Lees en zie tegenwoordig veel hoopvolle berichten over dwarsdenkers en kantelaars. Links Nederland hoopt dat zij de wereld gaan veranderen. Je komt ze op veel plaatsen tegen: in het onderwijs, in de zorg, in de kunsten, en zelfs in de kerken; je ziet ze op televisie en soms ook gewoon op straat. Ik geniet van ze, lach met ze en huil mee als het mislukt. Ik heb geen flauw idee of de linkse politieke bewegingen in Zuid Europa gevaarlijk zijn voor de stabiliteit, maar omdat ze aan de poten schudden van dat enge Europa dat langzaam een luchtbel van illusies is geworden, krijgen ze mijn steun.

Staan we aan het begin van nieuwe tijden? Ik zou het graag willen. Ik vind de oude sleets en verkrampt. Maar de verstarde, gevestigde systemen zijn machtig. Voor echte verandering is durf nodig. Is dat er in voldoende mate? De mensen in Griekenland en Spanje willen wel. Die hebben weinig te verliezen. Maar wij in het gezapige Noorden. Durven wij ook. Of wachten we liever op de grote boem als alles in elkaar dondert.