Wednesday, November 30, 2011

Christine van Broeckhoven in de bibliotheek Huizen

Mooi plaatje van een vreselijke ziekte. Christine van Broeckhoven liet het zien tijdens haar lezing in de bibliotheek. Hoewel het de tweede keer was, dat zij Huizen bezocht, was er voor haar lezing veel belangstelling. Kennelijk zijn veel mensen geïnteresseerd in het wetenschappelijk onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. Dat is wel te begrijpen. Nu wij steeds ouder worden, maken we ook meer kans om de ziekte te krijgen. Want de ziekte van Alzheimer slaat vooral toe bij ouderen. De ziekte van Alzheimer heeft een paradoxale kant. Mevrouw van Broeckhoven begon ermee. Wij geven miljarden uit om ons lichaam gezond te houden. We eten gezond en rennen ons rot om het verval te bestrijden. Kanker en hart- en vaatziekten, doodsoorzaken nummer een en twee, zijn steeds vaker te genezen. Daarom worden wij steeds ouder. Omdat de ziekte van Alzheimer een ziekte is van de ouderdom, lijden steeds meer mensen aan deze ziekte. Voorlopig is er nog geen zicht op beterschap, vertelde Christine van Broekhoven, de Vlaamse genetica, die zo treffend over haar onderzoek kan vertellen. Het zoeken naar het gen dat Alzheimer veroorzaakt is als het zoeken van een speld in een hooiberg. Hoewel er internationaal goed wordt samengewerkt en snelle computers worden ingezet om DNA te vergelijken, weten we nog steeds niet waar het zit. We weten inmiddels wel dat hersencellen massaal sterven door Amyloide plakken en Taukluwen. We weten ook dat Alzheimer erfelijk kan zijn, omdat het in sommige families veel voorkomt. Maar daar stopt het. Er is geen medicijn tegen Alzheimer en er is ook geen therapie. Degene die het overkomt, moet het ondergaan. Er is meer geld nodig voor onderzoek, zegt mevrouw Van Broekhoven. Want Alzheimer moet gestopt. Dat vonden alle aanwezigen in de zaal ook. Ik ook. Maar ik ben er ook door verward. Want als we Alzheimer kunnen genezen, worden we nog veel ouder. Waar moeten we dan aan doodgaan in de toekomst. We willen immers alles stoppen, waar we pijn en verdriet van hebben. Leed en pijn horen niet bij ons bestaan. Daar hebben we geen tijd voor. We willen verder, hoger en sneller en dan altijd maar door. Alsof we de dood en het verval in de gordijnen kunnen jagen. Daar hebben we veel voor over. Wordt het niet tijd om af en toe stil te staan en ons te bezinnen op de grenzen van ons bestaan.

Thursday, November 24, 2011

Verhuizing

Vandaag betrekt mijn vriendin een nieuwe woning. De oude voldeed niet meer. Zij voelde zich er als een vreemde. Dat is wel anders geweest, maar sinds een paar maanden is er iets veranderd. Wat precies weten we niet, omdat we niet dagelijks komen. Maar sinds een paar maanden vraagt ze: "Woon ik hier?", als we haar na onze wandeling thuis brachten. Als ik het bevestigde, keek ze me niet begrijpend aan. Omdat ze het niet beter wist, liet ze het dan maar zo. Maar ik zag in haar ogen de vraag "waarom ik wel en jullie niet?" Waarom kan ik niet gewoon met jullie mee?" Ik voelde me een verrader. De hele middag had ik het idee gepropageerd van het gezellig samenzijn. En nu moest ik dat ruw verbreken. Jij hier en ik weg. Hartverscheurend was het om haar achter te laten. Maar nu gaat ze dus verhuizen. De familie heeft een nieuwe woning voor haar die beter past bij haar nieuwe situatie. Althans dat hopen we. Want zeker weten doen we het nooit, omdat we het haar niet kunnen vragen. Wij hebben ons zo goed als mogelijk proberen voor te stellen wat zij fijn zal vinden, waar ze weer rust zal vinden en zich niet zo ellendig alleen zal voelen. Ze krijgt een nieuwe grote kamer, ze krijgt een kamergenoot, lichte muren, en een grote huiskamer met veel lieve huisgenoten, waar ze mee kan zingen, muziek maken en andere leuke dingen doen. Het zal er vast veel gezelliger zijn dan in haar oude huis. Althans dat hopen we. Voor ons zal het wel even wennen zijn. Het huis waar ze gaat wonen staat nog wel op hetzelfde terrein, maar heeft een andere ingang. De vertrouwde ontvangst van de weekeind receptioniste zullen we moeten missen. Maar daar is wel een mouw aan te passen. Want als we naar buiten gaan, gaan we gewoon even langs, gedag zeggen. Ons gedrieën terugtrekken op haar eigen kamer zal moeilijker worden, omdat er ook een andere bewoner woont. Overigens hield ze daar toch al niet zo van de laatste tijd. Ze had vooral behoefte aan gezelschap, aan samen dingen doen en daar is nu ruimer in voorzien. Ze kan haar boeken en foto's meenemen en genoeg eigen spullen om vertrouwd te zijn. Dat is fijn. Misschien nog wel meer voor ons dan voor haar. Want het is steeds moeilijker om met onze vriendind ons gemeenschappelijk verleden vast te houden. Hoezeer we het ook steeds benadrukken. Gelukkig kunnen we nog samen de vertrouwde liedjes zingen. En nu het Kerst gaat worden zullen we daar veel gebruik van maken. Op de afdeling is vast een mooi versierde kerstboom met lichtjes. Vandaag heb ik de hele dag aan haar gedacht.

Friday, November 18, 2011

LITERATUUR met tien hoofdletters

Bestaat er nog literatuur met hoofdletters? Of misschien moet de vraag anders luiden: Wordt er nog literatuur met hoofdletters gelezen? Die vraag kwam op na het lezen van Het Nieuwer Testament van Hella Haasse uit 1986, de toekenning van de AKO literatuurprijs aan Marente de Moor en de discussie in Buitenhof tussen de schrijver P.F. Thomése, die de AKO prijs niet won, uitgever Joost Nijssen van Uitgeverij Podium en schrijver Henk van Straaten. Eerst maar eens beginnen met Een Nieuwer Testament van Hella Haasse. Zelf noemde de schrijfster het haar meest geslaagde boek. Wij lazen het voor de boekenclub, vonden het een knap boek met meerdere lagen en betekenissen, maar bleven zitten met de vraag of het ook een mooi boek was. Een ding wisten we zeker: dit was literatuur met hoofdletters. Want Literatuur met die hoofdletter mag kennelijk niet te simpel zijn; je moet ervoor werken. En dat hebben we gedaan met Het Nieuwer Testament en zo heeft het ons een heleboel gegeven.


De toekenning van de AKO Literatuurprijs aan Marente de Moor voor de Nederlandse maagd moet vriend en vijand verrast hebben. Volgens de kenners zou het moeten gaan tussen Jeroen Brouwers voor Bittere bloemen, Peter Buwalda voor zijn succesroman Bonita Avenue , en De Weldoener van P.F. Thomese. In geen enkele voorbeschouwing werd het boek van Marente de Moor genoemd. Volgens kenners van literatuurprijzen heeft de jury de zogenaamde eliminatiemethode toegepast. Thomése en Brouwers hadden al een keer de AKO prijs gewonnen en Arnold Grünberg die ook weer genomineerd was, zelfs al twee keer. Om het te geloven moet ik me verdiepen in de geestesgesteldheid van de juryleden. Dat is niet eenvoudig, want ik ken ze niet. Wie zijn Maarten Dessing, Frank Hellemans, Toef Jaeger, Kathy Mathys, en Fleur Speet. En wat hebben ze uitgespookt onder leiding van Ernst Hirsch Ballin? Ik kan me hoogstens verplaatsen in hun situatie. Ik denk niet dat ze de prijs niet wilden geven aan een eerdere prijswinnaar. Ik denk eerder dat ze het niet eens zijn geworden over de keuze tussen Brouwers, Buwalda en Thomése en toen een uitweg hebben gezocht. En zoals het wel meer gaat als er een besluit moet vallen met algemene stemmen, wordt het de smakeloze erwtensoep. Wel jammer dat de juryleden niet uit de school mogen klappen.


En vervolgens die idote discussie in Buitenhof. P.F. Thomése, die de prijs dus niet heeft gewonnen, had zich in de Albert Verweijlezing nogal druk gemaakt over de toeren die schrijvers willen uithalen om verkocht te worden. Geen kans voor de Literatuur met een grote L vond hij, als de auteur zich niet als een clown wil gedragen. En meestal gaat dat niet samen. Je ziet Hella Haasse niet bij Matthijs van Nieuwkerk zitten in het blauwe licht van de schijnwerpers om het Nieuwer Testament te verkopen. Maar goede literatuur vindt zijn liefhebbers wel, denk ik. Daar helpen geen prijzen en grote oplagen tegen.

Saturday, November 12, 2011

Muziek en dementie

Nu mijn vriendin steeds moeilijker te benaderen valt met gewone woorden, moeten we noodgedwongen terugvallen op andere vormen van contact. We wandelen, haar zoon en zij gooien met een bal, wij schrijven en tekenen in haar boek en af en toe voeren we spookgesprekken. Maar ze verliest gauw haar aandacht en wil dan wat anders. Dat gebeurt niet met muziek. Muziek werkt rustgevend. Mijn vriendin is altijd heel muzikaal geweest. Ze speelde veel piano en heeft jarenlang in een koor gezongen. Ze bezit een heldere, klaterende sopraan, waar ik erg van kan genieten. Keer op keer verbaas ik me erover hoe blij ze wordt als we samen zingen, als haar zoon piano voor haar speelt of als we een concert bezoeken. De woorden van bekende liedjes schieten haar nog maar zelden te binnen, maar melodieën komen en gaan spontaan. Dikwijls hoor ik haar zachtjes neuriën als we uitgesproken zijn. Als ik dan inval, lacht ze naar mij en voelt het heel vertrouwd. Soms treffen we haar in de huiskamer van het huis waar ze woont in haar eentje naast een muziekapparaat. Ze luistert aandachtig naar de klanken uit het dooie ding en geniet zichtbaar. Wat doet muziek met iemand die niet meer met twee benen in het leven staat, vraag ik me af. Is het soms de herinnering aan iets dat altijd in haar leven was. Dat het leven kleur gaf. Muziek heeft een rustgevende invloed op haar roerige geest, dat is duidelijk. Maar hoe komt dat? Is het een technisch neurologische aangelegenheid, waarbij de klanken herinneringen oproepen aan iets dat altijd is geweest. Of is het toch gewoon het gezellig samenzijn in de recreatiezaal, een beetje babbelen, een kopje koffie, een advocaatje en een muziekje? Jammer genoeg kan ik het mijn vriendin niet vragen. Ik kan alleen zien dat ze een beetje de oude wordt als ze zingt of luistert, dat ze er rustig en blij van wordt. Ik heb me voorgenomen op zoek te gaan naar de achtergrond en ga in dit weblog de uitkomst van mijn speurtocht verhalen. Kun je nog zingen zing dan mee.

Sunday, November 06, 2011

Houdt Jan wel van vrouwen?

In Singer Laren bezochten wij op een gewone dinsdagmorgen de tentoonstelling van honderd werken van Jan Sluijters (1881-1957). We hoopten op een rustige rondgang langs de schilderijen, maar dat was ons niet gegeven. Ik heb nooit kunnen bevroeden dat Sluijters zo bekend is bij het vaste bezoekerspubliek van Singer. Het leek alsof er bussen fitte vutters waren aangevoerd. Nou ja fit?! Omdat ik nog revalideer van mijn heupoperatie dacht ik dat een rolstoel het kijken zou vergemakkelijken, maar dat was niet zo. Het laveren en regelen tussen de andere rolstoelen en rollators overschaduwde het kijkplezier. Vandaar dat ik de laatste zalen deed op mijn krukken. Sluijters schilderde heel veel vrouwenportretten net als zijn tijdgenoten Kees van Dongen (1877-1968), Isaac Israels (1865-1934) en Breitner (1857-1923). In Singer hangen er vele, uit alle perioden en in vele stijlen. En omdat er ook een zaal is waarin werk van Sluijters hangt naast werk van tijdgenoten, kun je goed vergelijken. Ik had dat nodig, want het tentoongestelde werk zei me niets. Ik houd van vrouwen en van de vrouwenportretten van Van Dongen en Israëls, maar hier moest ik af en toe griezelen en de blik afwenden. Waarom schilderde Jan Sluijters keer en op keer weer vrouwen en waarom maakte hij ze zo foeilelijk, soms zelfs dierlijk lelijk. Wat wilde hij ons laten zien?. Ik keek en ik keek en vergeleek met een prachtig jonge meisjes portret in grijs en blauw van Kees van Dongen, maar kwam er niet achter. Dus ging ik thuis op zoek naar een verklaring. Sluijters was een zoeker, las ik. Hij ging te rade bij tijdgenoten, staat er. Ook bij Leo Gestel, met wie hij goed bevriend was en bij Mondriaan. Er hangt een kleurig landschap bij avondlicht dat doet denken aan een van de spannende Gein landschappen van Mondriaan. Maar nergens lees ik iets van kritiek op de vrouwenportretten. Ik vrees dus dat het aan mij moet liggen. Zijn vrouwen zijn de mijne niet.

Tuesday, November 01, 2011

Ik heb u lief mijn Nederland

De Nederlandse politiek heeft zichzelf weer eens gered. Dat die redding ten koste gaat van mensen maakt allang niet meer uit. De 18-jarige Mauro mag hier vorlopig blijven met een zogenaamd studievisum. De mastodont Lubbers heeft zijn partij geholpen door mee te werken aan deze typisch Nederlandse polderconstructie. Nog even de achtergrond. De Angolese jongen Mauro is een AMA, een Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker. Mauro kwam op negenjarige leeftijd naar Nederland zonder ouders. Hij kwam niet in aanmerking voor een definitieve status, omdat het in zijn land van herkomst niet onveilig genoeg is. Dus kreeg hij een tijdelijke vergunning die nog een aantal keren verlengd is en onderwijs en opvoeding. Nu hij achttien is, is hij geen AMA meer en moet hij terug naar Angola. Kennelijk vinden heel veel politici dat niet humaan en proberen zij of Mauro hier kan blijven. Mauro heeft een gezicht gekregen. Maar er zijn heel veel Mauro's met wie hetzelfde gebeurt. En in het poldercompromis dat nu achter gesloten deuren wordt gesloten staat nadrukkelijk dat al die andere AMA's geen gezicht mogen krijgen en wel terug moeten. Hoe verzin je het? Ik heb altijd gedacht dat als een wet niet meer voldoet, de wet veranderd kan worden. Maar kennelijk niet in dit kikkerland waar sinds Wilders geldt dat "regel regel is". Bleef die kreet van "regel is regel" nu maar beperkt tot Den Haag. Maar regel is regel wordt toegepast door heel veel bange mensen die niet zelf na kunnen denken. Een voorbeeld uit mijn kleine familiewereld. Youn, de kleinzoon van Ger, de zoon van Elise en Marc, was deze zomer zeven weken in Frankrijk, het geboorteland van zijn moeder. Hij heeft het erg naar zijn zin gehad. Tot genoegen van zijn vader en zijn moeder heeft hij er veel Frans gesproken, waardoor de bodem voor zijn gewenste tweetaligheid is gelegd. Toen hij terugkwam in Nederland en naar zijn creche ging constateerden de leidsters dat zijn Nederlandse woordenschat tekort schoot. Onze klein Youn is 22 maanden! Pa en Ma moesten op het matje komen. Het moesten wel vijftig woordjes zijn. Die kende hij misschien ook wel, maar niet allemaal in het Nederlands. Ook onze kleine Youneman heeft maar een hoofd waar al die woordjes in moeten. Komt wel goed, lachten wij. Maar niet de leidsters van de creche. Want onze kleine Youneman antwoordt nog steeds in het Frans als men hem in het Nederlands iets vraagt. Zijn Nederlandse woordenschat is nog niet toegenomen en Franse woorden tellen kennelijk niet. Hoe verzin je het, vraag ik me ook in dit geval af.