![]() |
Foto: Esther Bayle |
De eerste opdracht was objectief kijken: wat zie je op het schilderij. Ik noteerde: een kerkgebouw, groepjes mensen
die naar de kerk gaan, twee vrouwen, een vrouw alleen, een man en een jonge
vrouw en in de verte drie vrouwen en een man. De zon schijnt. Hij staat in het
zuid oosten. De bomen staan volop in de zon en dragen voorjaarsdracht. Zijn het linden? Groeien die zo
vrolijk? Het kostte me moeite om mijn kennis van het dorp uit te schakelen.
De tweede opdracht had veel met beleven te maken: ik liep rond in het
schilderij. Ik moet keuzes maken. Ben ik een van de figuren, of ben ik een
buitenstaander, een bespieder. Ik koos voor het laatste. Ik zag anderen naar
de kerk gaan, ik hoorde de klokken en het zachte orgelspel. Ik zou niet naar binnen gaan. Gek
eigenlijk. Waarom niet? Wat weerhield me? Meestal ben ik niet tevreden
met de rol van toeschouwer. Achteraf lag het aan de opdracht. Ik moest
rondkijken in het schilderij, niet mee beleven.
Bij de volgende opdracht stapte ik in de huid van de schilder die ’s avonds in zijn dagboek noteert wat hij die zondag had
gedaan. De Huizer kerkmensen waren niet
blij geweest met mijn nutteloze bezigheid. Ze hadden me geen blik waardig gegund. Bij twee
andere cursisten was de schilder zelfs bespuugd. Dat doen Huizers niet, dacht
ik. Die kijken en lopen misprijzend door. Misschien wel een beetje meewarig, zoals de twee
Vissers van Tymen Moll ook een beetje meewarig naar iets kijken, dat we niet zien. Ik was niet ontevreden met het
schilderwerk van die dag. Ik had met die lichte bomen de zwaarte aan de kerkgang ontnomen. Ik eindigde de opdracht met de verzuchting dat ik
geen schrijver ben, maar een schilder.
Bij de derde opdracht moesten wij een dialoog
schrijven met een van de personen op het schilderij. Ik koos de vader en de dochter rechtsonder. Toen ze langsliepen vroeg ik waar moeder was. De man antwoordde dat moeder ziek te bedde lag.
Ernstig?, vroeg ik. De man zei dat de dokter was geweest, maar dat hij
het niet wist. “We bidden tot de Heer”, verzuchtte hij. Het gesprek was
afgelopen. Dit deel van de workshop ook. We eindigden met een rondgang langs de
vijf schilderijen en kregen een les kunstgeschiedenis.