Als intermezzo wil ik hier over mijn ontmoeting
vertellen met een jonge lotgenoot. Vorige week zag ik haar voor het eerst
in het zwembad. Ze was met een andere jonge vrouw. Samen zwommen ze al
kwetterend en spetterend heen en weer en op en neer. Toen al verwonderde ik me
over hun aanwezigheid. Wat kwamen ze hier doen? Even spookte het
idee door mijn hoofd, dat zij misschien ook wel voor het pijn en
vermoeidheidsprogramma kwamen, maar ik schoof het terzijde. Dat kan toch niet:
zo jong en zo levenslustig. Maar het kan dus kennelijk wel. Gisteren stond ik
met haar onder de douche voordat wij te water gingen. We lachten vriendelijk
naar elkaar.
“Lekker dadelijk zwemmen” zei ik toeschietelijk. Zij
beaamde mijn gevoel. “Lekker zwemmen”.
“Zwem je vaak?”, ging ik door. Ik wist wat ik wilde
weten.
“Voorlopig wel”, zei ze, “twee keer in de week en dat
zo’n vijftien weken!”
Ik wist wat ik wilde weten. “Ook in het programma?”
Ze bevestigde mijn veronderstelling: ook in het programma. Net begonnen.
Zij dus in de eerste vijf weken, ik in de tweede.
“Zwaar?”
“Ja, zwaar. Vooral de haptotherapeut.”
“Het wordt steeds gemakkelijker”, stelde ik haar gerust. Uit ervaring weet ik dat je de eerste weken best een beetje geruststelling kan gebruiken, als alles overhoop wordt gehaald. “Ik ben in de
zevende week en het begin te wennen. Ik heb ook wel tijden dat het ietsje
minder gaat, maar in het algemeen wordt het beter.” Zij glimlachte. Tijd om in
het water te gaan.
1 comment:
Zou zo de tekst van een lied kunnen zijn X Susan
Post a Comment